Een oud Hongaars gebed
SAMENGAAN VAN ZONNEGOD, MAANGODIN EN CHRISTELIJKE GOD
Een Hongaars gebed uit ca. de 11e eeuw, waarin te zien is dat vrouwelijke goddelijke krachten hun plaats nog niet afgestaan hebben:
“Geprezen zijt gij, grote God, met onze broeder, de Zon. O hoe mooi, hoe stralend: hij is uw zinnebeeld mijn Heer! Gezegend zijt gij samen met onze Vrouwen, de Maan en onze zusters, de sterren, die zo schoon en schitterend zijn! Gezegend zijt gij, samen met onze wind, die wolken en heldere lucht brengt! Gezegend zijt gij, samen met onze engel, het Water, dat zo nuttig, smakelijk en schoon is! Gezegend zijt gij, samen met onze herenbroeder het Vuur! O hoe mooi, hoe opgewekt, o hoe sterk en machtig is hij! Gezegend zijt gij o mijn Heer met onze grote Vrouwe, de Aarde, die ons voedt en onderhoudt.”*
Dit gebed werd opgetekend tijdens de overgangsperiode van ‘heidendom’ naar christendom. Dat gebeurde door kerkelijke missionarissen die het veelgodendom van de oude Hongaren aan de kaak wilden stellen. Voor ons is het nu echter een prachtig voorbeeld van de manier waarop in deze overgangsfase de christelijke God nog een tijd lang samen met de natuurelementen uit het voorchristelijke sjamanisme vereerd werd…
*Uit: Kandra Kabos, ‘Magyar Mitológia’, Magyar Ház Könyvek, 1897/2006, blz. 86 (vert. van mijzelf).