Tijgers, perziken en onsterfelijkheid: Xi Wang Mu (deel 3)
‘De Westelijke Koninklijke Moeder had geen echtgenoot en ze genoot van seks met mannen van alle leeftijden. Maar haar geheimen mogen niet worden onthuld voor het geval andere vrouwen haar methoden willen navolgen.’ *
Xi Wang Mu, over wie het bovenstaande citaat gaat, zou haar yin verrijkt hebben ten koste van de vele mannen met wie ze de liefde bedreef. Rauwe seksuele vrouwenpower: de cult van deze Chinese godin kan ons veel vertellen over de oorspronkelijke vrouwelijke kracht en macht en de onderdrukking of uitbuiting hiervan door de eeuwen heen. De afgelopen paar duizend jaar werd de ‘battle of the sexes’ met name op dit terrein –het vrouwelijke lichaam en haar seksualiteit- gevoerd en uitgevochten. Daarbij werd het pleit veelal in het nadeel van de vrouw beslist. Of toch niet? Waren vrouwen inderdaad seksuele monsters en bloed- of zaaddorstige vampiers? Beroofden ze hun mannelijke geliefden daadwerkelijk van hun ching of primaire levensenergie? Duistere verhalen over op bloed en seks beluste godinnen kennen we immers ook uit andere culturen, zoals bij Sekhmet, Kali en Ereshkigal, de alter ego’s van respectievelijk Hathor, Shakti en Inanna. De onderstaande blog is een verkenning door de jungle van Xi Wang Mu, waar we vrouwelijke tijgers, draken, zeemeerminnen en andere verleidsters tegen zullen komen. En waar we horen over het stelen van seksuele energie bij de partner teneinde de eigen jeugdigheid en onsterfelijkheid te voeden. Niet alleen door vrouwen bij mannen, maar ook andersom! ** einde inleiding**
Om eerst nog maar eens met twee citaten te beginnen:
‘Above she belongs to the sky
Below she appears to the abyss.’
(hofdichter Sung Yü, ‘Rhapsody on the Divine Woman (shen nü fu)’
‘Neem de draak in je op om te Tijger te bewegen,
Absorbeer de Draak om de Tijger te verlichten.’**

In een paar zinnen vind je hier eigenlijk wel de hele dramatiek van de vrouwelijke kosmische energie vervat: zij is zowel grenzeloos verheven als oneindig diep; zij raakt daarbij zowel aan de toppen van het bewuste goddelijke vrouwelijke als aan de wortels van de onbewuste primaire oerkrachten ervan. Het gaat daarbij om bewegingen, om energieën die niet specifiek vrouw-gebonden zijn, maar die universeel in alle mensen aanwezig zijn. Elke man draagt een vrouwelijke yin-kern in zichzelf, en elke vrouw een mannelijke yang-kern. De Chinese mythologie, geneeskunde en levensbeschouwingen zijn doortrokken van symboliek om het eeuwige mannelijke (yang) en het eeuwige vrouwelijke (yin) aan te duiden; zo horen het westen, water, metaal en tijgers bij het vrouwelijke en het oosten, vuur, hout en draken bij het mannelijke.
Draken komen in vrijwel alle werelddelen voor en nemen al naar gelang hun functie een positieve of negatieve gedaante aan. In Europa is vanuit o.a. mythosofische hoek een herwaardering ontstaan voor de draak, die nu steeds meer gezien wordt als een oorspronkelijke, ontembare kracht in de godin/de Vrouw. De draak was in het vroege begin zowel positief als negatief: indien getemd kon hij/zij als helper dienen bij de ‘unio mystica’, de goddelijke of alchemistische vereniging van de held met zijn verloren (ziels)deel (zoals bij de ridder die zijn prinses redt en samen met haar een goddelijk koninkrijk regeert). In de Chinese mythologie wemelt het ook van (zee)draken en waterslangen, die verwant zijn aan draken. Deze waterschepselen hebben eveneens een positieve en negatieve kant en wisselen makkelijk van geslacht. Draken uit het zuiden van China neigen ernaar vrouwelijk en goedgezind te zijn (lung), terwijl hun noordelijke equivalenten (chiao) onder invloed van de Indiase mythologie vooral mannelijke eigenschappen aannemen en destructief van aard zijn. De lung, de ‘gunstige’ draak, werd gezien als zowel een waterwezen (en als zodanig regenbrenger) en een luchtwezen (in de verschijning van de regenboog). Vrouwen en draken gingen in de vroege verhalen vaak samen: ofwel waren zij er zelf één, ofwel hadden zij seksuele gemeenschap met een draak –waaruit bijzondere zonen voortkwamen. Volgens de sinoloog Edward Schafer waren draken oorspronkelijk vooral vrouwelijk in essentie: verbonden met de donkere kant van de natuur en de watercyclus. Ook waren de belangrijke watergodinnen uit de Chinese oudheid slangenkoninginnen en drakenvrouwen. Pas later werden draken ‘actiever’ en schoten zij de lucht in, waarbij ze opschoven naar de mannelijke kant. In de Chinese (taoïstische) alchemie staat de draak voor de mannelijke en de tijger voor de vrouwelijke energie.

Tijgers vertegenwoordigen het ‘yin’ in de natuur. Xi wang Mu wordt geflankeerd door de tijger en in haar vroegste verschijningen is ze zelf ook heel katachtig: ze heeft de tanden van een tijger en de staart van een luipaard, hetgeen kenmerkend is voor een archaïsche, van oorsprong sjamanistische godin. Haar latere bewonderaars, de dichters en schrijvers uit o.a. de Tang dynastie (7e t/m 10 eeuw n.Chr.) hadden weinig op met deze dierlijke kant van hun godin en benadrukten liever haar goddelijke, hemelse en haast etherische kant (zie de blog van 19 mei). De dierlijke kant van de godin -of deze nu die van een tijger, draak, slang of grote vis was- was duidelijk vervlochten met haar primaire seksuele natuur. Dit was een kant van het vrouwelijke die reeds sinds enkele eeuwen voor Christus steeds meer beteugeld werd of liever nog in dienst gesteld werd van het streven van de man naar goddelijke kracht, jeugdigheid of onsterfelijkheid. De vrouwelijke ‘ching’*** en het vrouwelijke yin werden gezien als schier onuitputtelijk en van groot belang voor dit streven van vele mannen. Wanneer vrouwen deze grote hoeveelheid energie voor zichzelf zouden houden –of erger nog: zouden versterken- zou het voor de man slecht toeven zijn en was er van enige ‘male power’ zeker geen sprake! Vandaar dat de queeste of zoektocht naar de Godin –of liever het vrouwelijke Yin of de ching- in zoveel culturen, en zeker de Aziatische, zo’n belangrijke rol speelt.
Over Xi Wang Mu circuleerden intussen al heel wat verhalen; zo zou zij oorspronkelijk een mens geweest zijn die haar yin en yang doelbewust versterkt had met de seksuele energie van zo’n duizend mannen. Op die manier zou zij haar onsterfelijkheid hebben verkregen. Voor de mannen in kwestie liep dit doorgaans slecht af: ze werden ziek en vielen bij bosjes neer, beroofd van hun essentiële energie. Xi Wang Mu’s eigen gezicht bleef daarbij zo glanzend en glad dat ze geen behoefte had aan gelaatspoeders of andere opsmuk. Ze had dus niet alleen onsterfelijkheid verkregen, maar ook haar jeugdigheid herwonnen. Om die reden, zo schreven deze mannelijke hoeders der wijsheid, mochten vrouwen absoluut niet achter haar geheim komen en verschenen er voorschriften en handboeken over hoe mannen zich andersom wél met het yin en de seksuele energie van vrouwen konden verrijken, en deze zelfs konden leegroven –alsof het om het bezetten van het territoriale gebied van de vijand ging teneinde dit van zijn elementaire ruwe grondstoffen te ontdoen. Deze mannen werd aangeraden om de ‘ching’ van zoveel mogelijk vrouwen te vergaren, bij voorkeur van jonge maagden bij wie deze nog puur en onverdeeld was. Daarbij werd hun aangeraden om hun sperma niet uit te storten, maar de seksuele energie vlak voor het orgasme via een bepaalde transformatieroute terug te sturen richting de hersenen, alwaar op den duur verlichting ervaren kon worden. Op deze manier zou ook de Gele Keizer, die de energie van 1000 à 1200 vrouwen had vergaard, aan zijn onsterfelijkheid gekomen zijn. Zijn leer zou hij te danken hebben aan Xi Wang Mu, die deze via enkele van haar dames aan hem verkondigd zou hebben.

Seks en seksualiteit waren zeer belangrijk in het oude China, ze maakten deel uit van de Chinese medische leer. Het ging er niet om seksuele energie te onderdrukken –in Chinese ogen was dit ronduit dom- maar haar te kanaliseren, te ‘temmen’. Deze energie was zeer belangrijk voor het behoud van een lang en gezond leven en het bewaren van de jeugdigheid. Ook de literatuur was doorspekt met ‘eeuwige jeugd-’ en ‘frisse lentesymboliek’: bloemen die horen bij het lenteseizoen, zoals de vroege prunusbloesems, verkondigen niet alleen de lente maar ook de frisheid, de jeugd en de kwaliteit van de energie van de beminde meisjes. Seksualiteit was niet, zoals in het christelijke erfgoed, verbonden met zonde maar veeleer met levenskunst en de juiste mate: bij het juiste gebruik ervan was het de grootste positieve kracht voor het verkrijgen van een goede gezondheid, een lang en vitaal leven en onsterfelijkheid; misbruik ervan leidde echter tot het tegendeel: ziekte, veroudering en sterven.
De kracht en macht van godinnen die zich hadden verrijkt met de (seksuele) energie van mannen leek grenzeloos en doet denken aan de seksuele macht van godinnen als Aphrodite, Astarte, Isjtar en Atargatis (een godin met een vissenstaart!), die in hun oervorm een vruchtbaarheidsgodin waren die ieder jaar de ‘energie’ van hun goddelijke zoon-minnaar plukten welke daarop het leven liet maar later herboren werd – een uitdrukking van de eeuwige cyclus der natuur. Xi Wang Mu was een machtige godin geworden die zowel over het dodenrijk als het rijk der onsterfelijken regeerde. Geen spiritueel strever naar onsterfelijkheid kon langs haar heen; hooguit konden andere godinnen en onsterfelijken voorspraak voor zo iemand doen. Het vrouwelijke en de universele yin waren belangrijk voor dit streven en werden tegelijkertijd steeds meer gevreesd; naast de seksueel-alchemistische disciplines van het taoïsme ontstond ook een meer orthodoxe variant, waarbij spirituele zoekers zich afscheidden van de samenleving en de bergen introkken op zoek naar spirituele bevrijding. Yin werd bij tijd en wijle als zeer dominant gezien (volgens de confucianisten was er zelfs teveel yin in de samenleving; hieronder werden met name natuurkrachten als water, mist en aardbevingen verstaan). In 813 n. Chr, toen een grote overstroming plaatsvond, aarzelde de toenmalige keizer zelfs niet om tweehonderd wagens vol vrouwen uit zijn paleis weg te voeren in een poging de balans tussen yin en yang te herstellen.
Teveel vrouwen in het paleis of te weinig van hen bij de kluizenaars in de bergen: het gevolg leek een toenemende angst voor vrouwen, het vrouwelijke en de seksualiteit. Wilde verhalen begonnen de ronde te doen, over beeldschone meisjes die in werkelijkheid seksuele vampiers waren, vossen die zich vermomden als prachtige dames om mannen tot ejaculeren te brengen en verdronken jonge dames en quasi-zeemeerminnen die de nietsvermoedende jongelui meesleurden naar hun onderwaterpaleizen om hen daar van hun bloed en vitale energie te beroven.

Wellicht geen wonder dat er in dezelfde periode zoveel seksuele handleidingen ontstonden, waarbij de man moest leren om deze rampen te voorkomen en in plaats daarvan zelf de seksuele energie van de vrouwen kon leren ‘plukken’ of stelen. Voorheen werd hier nauwelijks aandacht aan besteed, omdat de seksuele vereniging veel meer nog werd ervaren als een wederzijds aanvullen en uitbalanceren van het yin-yangsamenspel in de kosmos. De angst voor krachtverlies van de man door zaadlozingen en voor verrijking van de vrouwelijke kracht door het absorberen van deze energie begon echter steeds dominanter te worden. Dat vrouwen door dit ‘stelen’ van de mannelijke vitale energie onsterfelijk konden worden, werd algemeen geloofd maar bij voorkeur geheim gehouden –en zelfs als ze het al wisten, konden ze er doorgaans niet veel mee, gebonden als zij waren aan de cyclus van kinderen baren en verzorgen.****
Is er dan niets meer over van deze verborgen kennis en geheimen? Zijn de geheimen van Xi Wang Mu in de vergetelheid geraakt? Toch niet. Er zijn sporen van terug te vinden in enkele teksten***** en in Taiwan, Europa en Amerika is een seksueel-spirituele stroming te vinden van vrouwen die zichzelf taoïstische ‘witte tijgerinnen’ noemen. Zij zijn bedreven in het aftappen van mannelijke energie –hoofdzakelijk door orale seks, omdat seksuele gemeenschap volgens hen de vrouwelijke genitalia ruïneert- en het cultiveren van hun jeugdigheid en streven naar onsterfelijkheid door strenge discipline en toewijding. Het duurt gemiddeld negen jaar om een volleerde witte tijgerin te worden en de beweging hult zich in een strikte geheimhouding over de meest wezenlijke elementen van haar leer. Daarbij maakt ze gebruik van het zogenoemde ‘Handboek van de Witte Tijgerin’ dat volgens de overlevering in het verleden door Xi Wang Mu zelf geschonken zou zijn. Witte tijgerinnen dragen vaak een tijgertand als amulet, het onderscheidingsteken van Xi Wang Mu. Een witte tijgerin beoefent seksuele alchemie, waarbij zowel de spirituele (de meditatieve geestestoestand) als de seksuele kant (het absorberen van ching via het sperma) van deze alchemie van belang zijn.

Zijn deze vrouwen, die gebruikmaken van de vitale seksuele energie van de zogeheten ‘groene’ en ‘jade’ draken (hun minnaars en beschermers) daarmee ook seksuele vampiers? Het is moeilijk hierover zomaar een oordeel te geven. De vrouwen streven naar gezondheid, jeugdigheid en spirituele bevrijding, en uit hun verhalen blijkt dat het voor de meeste van hen belangrijk is dat hun mannelijke partners ook deze waarden cultiveren of bereiken. Hoe dan ook, seksuele energie die zowel aangewend kan worden om iemand te verheffen als om iemand te gronde te richten, blijft uitermate boeiende materie. Het geeft in ieder geval iets aan over de kracht en macht die haar door de eeuwen heen werd toebedeeld –of deze kracht en het positieve of negatieve gebruik ervan nu uit mannelijke of vrouwelijke hoek komt. Zij speelt niet voor niets een belangrijke rol in vrijwel alle godsdiensten ter wereld, ongeacht het feit of de volgelingen nu hun best doen haar te onderdrukken, te verheerlijken of uit te buiten. Algemeen kan gezegd worden dat seksuele energie en seksualiteit hun grootste gunsten verlenen als zij gepaard gaan met spirituele of geestelijke groei en bewustzijn; als het oerbeginsel waarmee alles in beweging kwam, zich omhoog beweegt vanuit een primair dierlijk of reptielenbewustzijn (de tijger of de draak) naar een goddelijke Al-beleving; als de duistere oernatuur in onszelf verlicht wordt maar daarbij niet verloren gaat en als brandstof voor transformatie dient –net als de draak in onze oorspronkelijke sprookjes. In diezelfde context kan men tevens de volgende zinnen uit het Handboek van de Witte Tijgerin opvatten:
‘Neem de draak (het yang, het vuur van bewustzijn) in je op om te Tijger te bewegen,
Absorbeer de Draak om de Tijger te verlichten.’**
Noten:
* Het Handboek van de Witte Tijgerin, geciteerd in Hsi Lai, “De witte tijgerin, geheime taoïstische liefdesoefeningen.”
** Idem
*** primaire levensenergie, die vrouwelijk noch mannelijk is. Volgens sommige bronnen is ching echter mannelijk of yang. Ching wordt ook wel gezien als de meest ruwe of onverfijnde, zeer krachtige energie. Ching dient eerst verfijnd te worden tot chi (qi), levensenergie, de energie die doorgaans onderwerp is van de Chinese geneeskunde of bewegingsleren; wanneer chi (qi) verder verfijnd wordt, transformeert zij in shen, geest of een soort kosmisch bewustzijn.
**** overigens dient vermeld te worden dat de technieken om de ching van de partner te stelen, weinig te maken hebben met de oorspronkelijke Tao of het taoïsme. Daar is de ‘he qi’, of de rite van het samenvoegen van de qi (chi) van de man en vrouw tijdens de seksuele eenwording bedoeld om de kosmische yin-yang in het menselijke lichaam uit te drukken. De he qi wordt daarbij onder stricte begeleiding uitgevoerd.
***** bijvoorbeeld in Tu Kuang-Tings (850-933) “Records of the Assembled Transcendents of the Fortified Walled City”, een tekst die in zijn geheel gewijd is aan vrouwelijke transcendenten en godinnen en in het Engels vertaald werd door Suzanne Cahill in “Divine Traces of the Daoist Sisterhood”; in Douglas Wiles “Art of the Bedchamber” waarin hij de tien voorschriften van Xi Wang Mu opgenomen heeft; in Hsi Lais “De Witte Tijgerin”. In de teksten is echter ook duidelijk de invloed van de culturele waarden uit die tijd en soms de mannelijke tekstbewerking voelbaar.
Bronnen:
Paul Goldin, “The Cultural and Religious Background of Sexual Vampirism in Ancient China,” in Theology & Sexuality, vol. 12(3), blz. 285-308, Londen 2006.
Hsi Lai, “De Witte Tijgerin, geheime taoïstische liefdesoefeningen,” Haarlem, Altamira Becht, 2001.
James Miller, “Chinese Sexual Yoga and the Way of Immortality”, ophttps://qspace.library.queensu.ca/…/Sexual%20Yoga%20and%20I…
Edward H. Schafer, “The Divine Woman, Dragon Ladies and Rain Maidens in T’ang Literature, San Francisco, North Point Press, 1980.
Douglas Wile,”The Art of the Bedchamber, The Chinese Sexual Yoga Classics Including Women’s Solo Meditation Texts”, New York, State University Press, 1992.
(auteur onbekend), “Making Sex Safe: The Role of male Anxiety in representations of Sex Appeal in Traditional Chinese Literature,” 2012
Lien Chan Sook Wouters, “Lecture on the Chinese Art of the Bedchamber,” deel 1 en 2 op http://www.yinyang.gr/index.php… enhttp://www.yinyang.gr/index.php…