Verlichte vrouwen uit China (deel 2)
Een blog in meerdere delen over de levens van vrouwen uit het oude China, die tijdens of na hun leven op aarde verlichting bereikten. Hun levens werden opgetekend door de taoïstische meester en kroniekschrijver Du Guangting (850-933). Wie waren deze vrouwen, wat voor leven leidden zij? In dit deel aandacht voor de theeschenkende oma van Guangling.
Het verhaal van de thee schenkende oma van Guangling leest als een mysterieuze legende. Het is een kort verhaaltje in Du Guangtings tekst. De thee-oma lijkt oud, maar niet zo oud als haar werkelijke leeftijd, die op zijn minst op 250 jaar wordt geschat. In plaats van grijs haar heeft ze haar eigen, zwarte haren behouden. Ze wordt gezien als een wijze vrouw, die degene die haar komen opzoeken thee inschenkt uit een pot, die nooit op lijkt te raken. Thee werd en wordt binnen de traditionele Chinese geneeskunde gezien als een geneeskrachtig kruiden- en plantenmengsel, dat afgestemd wordt op de persoon in kwestie. In de periode van de Tangdynastie, toen dit verhaal werd opgetekend, werd het veel gedronken en ook speelt het een rol bij zowel boeddhistische als taoïstische meditatie.
Door de thee van de oma hopen de mensen erop dat, net als de thee in de theepot nooit op lijkt te raken, hun levensenergie en krachten onuitputtelijk zullen zijn; en misschien ook wel dat zij, net als het omaatje zelf, het recept voor transcendentie of bovennatuurlijke gaven ontvangen. Het verhaal gaat als volgt:
“Voor wat betreft de Thee-oma van Guangling [Jiangsu]: we kennen noch haar naam, familie en plek van herkomst. Ze zag er gewoonlijk uit als een persoon van zeventig jaar, maar was licht en flink en bezat veel kracht. Haar oren waren scherp en haar ogen helder. Haar haar was dik en zwart. Volgens de overleveringen van de afstammelingen van de immigranten die naar het zuiden waren getrokken aan het begin van de [oostelijke] Jin Dynastie, was zij er al in heel oude tijden en waren haar gezicht en verschijning in ruim honderd jaar tijd niet veranderd. Wanneer ze met haar theepot naar de stad ging om thee te verkopen, drongen de stedelingen om als eerste thee van haar te kunnen kopen. Van de vroege zonsopgang tot de late zonsondergang verkocht ze grote hoeveelheden thee, zonder dat haar thee ooit scheen op te raken. De meeste mensen vonden dit vreemd. De ambtelijke vertegenwoordigers van de provincie, die zich beriepen op wetten over fraude, wierpen haar in de gevangenis. De oma greep toen de pot die ze gebruikte voor het theeschenken en vloog vervolgens uit haar gevangenisraam.”*
Bron: Suzanne Cahill, Divine Traces of the Daoist Sisterhood, Three Pines Pines, New Mexico, 2006, p. 137.