Maät of de Lichtheid van het Hart (3)
Maät of de Lichtheid van het Hart
Lessen van Atlantis: de ziel op weg naar meesterschap. Deel 3.
Door Wytske Jónás, 11 september 2016
Deel 1 gemist? Klik hier. Deel 2 gemist? Klik hier.
Après Atlantis: twee kind-ervaringen
Het vrouwelijke deel van mijn ziel:
Een stralende dag… zonlicht, water en iets wat voor huidige menselijke begrippen haast op een paradijselijk oord op aarde lijkt. Mijn ogen ontmoeten het daglicht en laten dit binnenkomen terwijl ik me richting de uitgang van de grot begeef. Deze bevindt zich nabij een inham, slechts enkele meters verderop. Mijn beide ouders zijn in de buurt en ik ervaar hun aanwezigheid op een haast spirituele manier. Het is fijn om hier te zijn en ook voel ik me er geborgen en verbonden met de natuur en de goddelijke bron waar ik vandaan kom.
Terwijl ik me dit realiseer, beginnen mijn haren te veranderen. Het lijkt of er antennes in zitten die meteen geactiveerd worden. Mijn haarwortels tintelen en de omvang van mijn haren neemt toe. Ze beginnen een gouden gloed en licht uit te stralen. Het is een bijzondere gewaarwording. Dan echter zijn ineens mijn ouders vertrokken en dringt het na enige tijd tot me door, dat ze niet terug zullen komen. Ik vraag me af wat er gebeurd is. Hebben ze me in de steek gelaten? Of is er iets anders gebeurd? De lucht boven mij lijkt grijs samen te trekken wanneer ik me realiseer dat ik nu helemaal alleen ben. Hoe hebben ze dit kunnen doen? En waarom?
Boven mij verschijnen, als in een visioen, de gezichten van mijn ouders. De ene links boven me, de andere rechts. Ze maken me duidelijk dat ze zich niet meer op aarde bevinden nu, maar zijn teruggegaan naar waar ze vandaan komen. Ook maken ze me duidelijk dat dit bij ‘het plan’ hoort en bij de lessen van mijn ziel. Het is de bedoeling dat ik een relatie aanga met moeder Aarde en me helemaal met haar verbind. En ook dat ik (tijdelijk) de herinnering aan mijn goddelijke oorsprong en goddelijke kracht verlies (gesymboliseerd door mijn gouden haar). Daarvoor in de plaats dien ik me volledig te verbinden met de sensaties van mijn lichaam en emoties.
Dat laatste blijkt geen probleem. Ik voel me alleen gelaten, op mijzelf teruggeworpen, beroofd van alles waarover ik even daarvoor nog leek te kunnen beschikken- de aanwezigheid van mijn ouders, mijn gaven en het gevoel van geborgenheid. Ik voel me nietig en klein en vanuit mijn huidige persoonlijkheid begrijp ik dat deze energie binnen mijn ziel nog niet volledig geheeld is. Ik verbind me met de pijn van dit meisje, open mijn hart voor haar en omhul haar met roze, liefdevolle energie. Ook kleed ik haar in een roze jurk. Het kost me enige tijd om te beseffen dat ik in mijn huidige leven eigenlijk helemaal niet zo van ‘meisjesroze’ houd. Ik ervaar vreugde en opluchting nu ik het pad van mijn ziel begrijp. Mijn hart heeft spontaan meegeholpen om dit zielsfragment met de bijbehorende energie te helpen helen (en o ja: ik hou nu ook van roze).*
Het mannelijke deel van mijn ziel:
Na mijn ‘falen’ in Atlantis (zie deel 2 van deze blog) keer ik naar de spirituele wereld terug en ervaar ik mezelf in de ‘belichaming’ van een lang buitenaards wezen. Net zoals tijdens het leven in Atlantis voelt deze energie mannelijk en ongevoelig aan. Ik bevind me op een andere plek in het heelal en word op de een of andere manier gedwongen om naar de aarde te kijken. Samen met een paar soortgenoten kom ik dichterbij en het lijkt alsof we hoog vanaf van een berg naar de mensen onder ons kijken, ter hoogte van het huidige Griekenland.
Op dat moment bevind ik me niet in een fysiek lichaam omdat ik nog niet opnieuw geïncarneerd ben. We zoomen in en de mensen lijken steeds dichterbij te komen. Ik voel weerstand, dit wil ik niet! Ik wil helemaal geen mens worden, ik wil me niet inlaten met emoties. Zo voelt het namelijk- alsof ik niets te maken wil hebben met dat ‘gepeupel’ omdat ik dan ook de poel der emoties in getrokken zal worden. Een poel waar moeilijk uit te komen is wanneer je daar eenmaal in terecht bent gekomen.
De beweging is inmiddels echter ingezet: als in een trechter wordt mijn energie naar de aarde gezogen en kom ik in het lichaam terecht van een klein jongetje, Geo genaamd. Ik huil en er komt een intens verdriet tijdens de regressiesessie** vrij wanneer ik deze ervaring herbeleef. Dit raakt aan een oorspronkelijk oertrauma, een oertrauma dat –naar ik later ontdek- bij een groot deel van de mensheid nog niet helemaal geheeld is.
Ik leef daarna het ‘simpele’ leven van Geo, in de buurt van het huidige Italië en voel me beperkt in mijn lichaam, omdat ik op de een of andere manier de indruk krijg dat ik niet kan praten en ook niet kan gaan en staan waar ik wil. In plaats daarvan maak ik zittend tijdens mijn korte leven aan de lopende band potten van aarde, waarbij ik een soort palmtakken gebruik om deze te versieren. Ik voel mijn handen door de aarde gaan, en besef bij het loslaten van dit leven dat ik deze ervaring nodig had om contact met Gaia, de levende planeet, te maken. En om te leren echt deel te worden aan de menselijke ervaring.
Afscheiding van de goddelijke Bron
Waarom deze twee kind-ervaringen? Ze vertellen het verhaal van het pad van een ziel die zich, na Atlantis, steeds meer met de ervaring van het menszijn is gaan verbinden. Een zielenpad dat velen van ons wellicht onbewust voor zichzelf herkennen, ieder uiteraard op zijn of haar eigen manier. Na Atlantis verbonden we ons met de fysieke aardse dimensie die zelf steeds ‘dichter’ begon te worden. Dat wil zeggen dat de trillingsfrequentie op aarde begon te dalen waardoor er een sluier van vergetelheid over ons heen kwam. We vergaten onze goddelijkheid en ‘verloren’ veel van onze goddelijke gaven. Ook raakten we in onze beleving steeds meer afgescheiden van de goddelijke Bron.
Die indaling in frequentie of trilling is zeer belangrijk geweest in ons bewustzijn; door velen is het als een val uit het paradijs beschouwd, een zondeval, het afgescheiden raken van onze kosmische ouders of een karmisch gevolg van foutieve handelingen in het verleden. Door verschillende religies is dit gegeven gemanipuleerd om mensen nog verder te helpen afscheiden van hun oorspronkelijke verbinding met de goddelijke bron en hun goddelijke kracht en macht.
Zoals ik in mijn vorige blog schreef, waren we voor en tijdens Atlantis nog in belangrijke mate verbonden met ons lichtlichaam en met onze overige subtiele lichamen (die in een nog hogere frequentie vibreren). Hierdoor onderhielden we een rechtstreeks lijntje met onze ziel, ons hogere zelf en de Bron. Naarmate de trilling daalde, raakten we dit bewustzijn kwijt en stonden we het toe dat onze subtiele lichamen steeds meer dichtgeslibd raakten door (energetisch) vuil op mentaal, emotioneel, spiritueel en fysiek gebied.
Natuurlijke staat van verlichting
Vanuit verschillende hoeken (o.a. de Egyptische alchemistische traditie) zijn er echter bakens uitgezet om de zielen, die op aarde zouden blijven incarneren, de weg te wijzen naar hun oorspronkelijke natuurlijke staat. Veel van deze zielen wordt nu in onze tijd de kans geboden om deze lessencyclus af te ronden en op te stijgen (=ascenderen) uit de beperkingen van de oude derde dimensie en hiermee de lange incarnatieweg binnen een wereld van dualiteit af te ronden. Zij zullen gaan leven vanuit harts- en eenheidsbewustzijn en helpen de Nieuwe Aarde te verwezenlijken.
De twee kind-ervaringen hierboven vertellen daarom eigenlijk ook het verhaal van de ziel op het pad naar meesterschap en verlichting. Verlichting ís onze natuurlijke staat en betekent in de grond het oplichten van de sluier van afscheiding en vergetelheid en het ons opnieuw bekleden met onze oorspronkelijke subtiele bewustzijnslichamen! Daarvoor is het nodig om deze kleden te verzorgen en zorgvuldig schoon te maken, zodat we het stralende kleed van goddelijk licht uiteindelijk zelf weer kunnen gaan dragen.
Subtiele lichamen
Wat betreft die kleden of subtiele lichamen: we hebben er allemaal meerdere die verbonden zijn aan verschillende dimensies. Zo hebben we op het aardse niveau onze mentale, emotionele, fysieke en spirituele lichamen die met elkaar verbonden zijn. Deze lichamen zijn ieder weer verbonden met subtielere mentale, emotionele en spirituele lichamen die ons verbinden met onze ziel. Onze ziel kent zowel dualiteit als eenheid, maar kan zichzelf afsplitsen en hierdoor verstrikt raken in de ervaring van dualiteit (bijvoorbeeld wanneer incarnaties niet goed verwerkt worden). De ziel kan dan op de ‘slaapstand’ gaan en zich afkeren van het eigen goddelijke licht.
Wanneer de ziel echter weer ‘maagdelijk heel’ wordt, kan ook zij haar hogere subtiele bewustzijnskleden weer aantrekken en verder terug groeien naar haar natuurlijke staat van verlichting (en verenigd worden met haar hogere zelf). Vanaf dat moment gaat het heel snel: het hogere zelf staat in verbinding met de Bron en kan nu beginnen in te dalen samen met de ziel in onze huidige persoonlijkheid. Het verlichtingsproces begint en we verbinden hierbij onze verschillende subtiele lichamen steeds meer met elkaar. Daar is behalve het proces van totale overgave niets moeilijks aan, omdat het simpelweg het ophouden van de ervaring van afgescheidenheid en het herstel van onze oorspronkelijke staat betekent.
Verschillende tradities- vooral de alchemistische- hebben bakens uitgezet voor hen die de weg terug afleggen naar de ooit eerder beleefde belichaming van de goddelijke Bron. Soms alleen voor in het hiernamaals, soms ook voor hier op aarde. In deze tijd mogen deze samenkomen, want we worden allemaal in staat gesteld om onze goddelijkheid te gaan herinneren en volledig op aarde te gaan belichamen (en niet uitsluitend na onze fysieke dood). We mogen dit zelfs op een verdiept niveau ervaren omdat we belangrijke lessen over onze goddelijkheid in een fysieke dimensie geleerd hebben.
Ook de Egyptische alchemie heeft voor de post-Atlantische mens bakens uitgezet. Een van de belangrijkste dingen binnen de Egyptische alchemie is het versterken en activeren van het Ka-lichaam, het etherische dubbel van ons lichaam dat ook wel lichtlichaam wordt genoemd. Dit lichtlichaam weegt zo weinig, dat het moeiteloos de test zou doorstaan van de weegschaal van Maät. Maät geeft ons hierbij een belangrijke clue: het gaat om de lichtheid van ons hart. Hoe lichter ons hart, hoe krachtiger ons ka-lichaam waarmee we het land van onsterfelijkheid binnen kunnen treden. We hebben dan immers niets wat onze doorstroming naar en verbinding met de hogere dimensies belemmert.
In het volgende deel ga ik in op enkele sleutels die ons kunnen helpen ons hart te verlichten. Waarom is dat belangrijk? Hoe kunnen we dit doen? En welke rol speelt de heling van ons sacraal chakra hierin?
Wordt vervolgd Voor deel 4: klik hier.
*deze ervaring kreeg ik door tijdens een meditatie eerder dit jaar. Het voelt niet als een tastbaar vorig leven, maar meer als een symbolische les die vanuit mijn ziel tot mij kwam. Het raakte me in de kern, net als de tweede ervaring.
**deze herbeleving kreeg ik tijdens het tweede jaar van mijn opleiding tot hypno- en regressietherapeut bij TranceArt in Den Haag. Hierop volgde een grote emotionele catharsis.
Wytske Jónás is hypno- en regressietherapeute en ascentiecoach bij Je Wilde Ware Zelf. Zij deelt ervaringen uit haar eigen bewustwordingsproces om anderen te helpen de stap te maken naar de ‘Nieuwe Aarde’ of ‘Vijfde Dimensie’- waarbij we leren leven vanuit ons hart. Ook begeleidt zij hierin mensen in haar praktijk te Leiden. Voor contact, klik contact.