Eva, de slang en de gevaarlijk mooie haren van Lilith
Faust: Wie is dat dan?
Mephisto: Bekijk haar goed. Het is Lilit.
Faust: Wie?
Mephisto: Adams eerste vrouw. Neem jezelf in acht voor haar mooie haren, voor die pracht waarmee alleen zij pronkt. Als ze daarmee de jonge man verkrijgt, dan zal ze hem zo snel niet meer laten varen.
Wie is deze Lilith of Lilit, waar Mephistoles (de duivel) Faust op attent maakt als vooraankondiging van diens knieval voor de ‘zonde’? is zij de demon die joodse mannen vrezen of is zij de oervrouw die de schilder Dante Gabriel Rossetti in haar zag? En wat hebben zij, Eva en de slang met elkaar te maken, of beter gezegd: waarom is het zowel voor vrouwen als mannen belangrijk dat deze drie hun oude mystieke verbond weer met elkaar aangaan?
Lilith zou de eerste vrouw van Adam geweest zijn, maar haar verhaal is in mysteriën gehuld. Zo lezen we in Genesis 1 dat man en vrouw tegelijk werden geschapen, terwijl in Genesis 2 Adam alleen is en God naarstig op zoek gaat naar een hulp of maatje voor hem. Eerst schept hij met dit doel de dieren, maar Adam is daar niet gelukkig mee. Pas als hij in een diepe slaap valt en God een vrouw uit zijn zijde schept, is Adam tevreden.
Genesis 1 en 2 lijken elkaar dus tegen te spreken, en er lijkt sprake te zijn van een mysterieuze, verdwenen vrouw, die volgens joodse overleveringen Lilith wordt genoemd. De naam Lilith is in het Hebreeuws (en andere Semitische talen) nauw verwant aan het woord ‘nacht’ (Laila/Lilly). Is zij verdwenen in de nacht of heet zij ‘nacht’ omdat het verdrijven van de duisternis een van de grootste verdiensten van de god uit het Oude Testament is?
Volgens de overlevering wilde Adam Lilith aan zich onderwerpen, maar weigerde Lilith dit. Ook tijdens de seksuele daad weigerde zij onder te liggen en vluchtte ze weg onder luid gekrijs. Adam, die haar terug wilde halen, riep de hulp van God in, maar zelfs diens engelen vermochten haar niet bij Adam terug te brengen. Liever bleef zij tot in lengte van dagen ‘vervloekt’ achter in de woestijn vlakbij de Rode Zee.
De figuur Lilith is al veel ouder dan de joodse overleveringen: zij is tot Babylonische en zelfs Soemerische bronnen terug te voeren. We zien haar bijvoorbeeld afgebeeld als jonge, verleidelijke vrouw met roofvogelklauwen, en haar connectie met de godinnen Isjtar (Babylon) en Inanna (Soemerië) is sterk. Dit komt doordat zij in vroeger tijden werd gezien als het andere aspect van de (goddelijke) vrouw: haar ‘nachtkant’ of winterkant van de natuur, wanneer er niets groeit en bloeit, alles stil lijkt te liggen en de weg naar binnen, diep onder de grond, wordt gemaakt. Ze is de ‘nieuwe maan’ in de cyclus van de vrouw, en vergelijkbaar met Ereshkigal, de (tweeling)zus van Inanna die er als godin in de onderwereld op wacht door iemand gehoord te worden, een zielsverwant aan wie zij haar leed kan beklagen.
In het oude Mesopotamië werden deze twee aspecten van de natuur en de vrouw geëerbiedigd; tegen de tijd echter dat de oorlogszuchtige Semitische stammen het grondgebied innamen en de religie van de enige (mannelijke) god wilden invoeren, was het met deze vrouwelijke eerbiediging gedaan en zeker met haar ‘nacht’- of nieuwemaankant. De duisternis zou verjaagd worden. Eva, geschapen uit de rib/zij van Adam, kwam voor haar in de plaats.
Eva: haar Hebreeuwse naam Hawwah (HWH) betekent ´leven´ en ´moeder van al wat leeft.’ Merk op dat de naam Jahweh uit bijna dezelfde letters bestaat: (J)HWH. De naam ‘moeder van al wat leeft’ was echter geen bijbelse vinding, maar in Mesopotamië en Egypte een titel die werd gebruikt als naam voor de almachtige Godin, bijvoorbeeld Inanna, Tiamat en Isis!
Hetzelfde geldt voor de slang: deze was in de oude godinnenculten een belangrijk en heilig dier. Dikwijls zien we de Godin afgebeeld met slangen. De slang verbeeldde het bewustwordingsproces, het pad om tot verlichting te komen en het innerlijke alchemistische proces waarbij de bij het staartbeen opgerolde energie (kundalini) gradueel omhoog rijst en de energie van de verschillende chakra’s transformeert tot zuiver kosmisch bewustzijn. Dat was kennis uit de oude mysteriën die terug te leiden was tot aan Atlantis.
Wanneer we de Bijbel behalve als het prachtige boek dat het is (vol sporen van mysteriënkennis) ook gaan zien als een middel voor politieke en sociale propaganda voor de destijds nieuwe machthebbers, hoeven we ons allerminst te verbazen over de volgende uitspraken die in Genesis gedaan worden:
‘Van alle dieren, die Jahwe God gemaakt had, was er geen zo sluw als de slang. Ze zei tot de vrouw: “Heeft God u werkelijk gezegd dat u van geen enkele boom in de tuin mag eten? (…) U zult helemaal niet sterven! God weet dat uw ogen open zullen gaan als u eet van die boom, en dat u dan gelijk zult worden aan God, door de kennis van goed en kwaad.” ‘ (Gen. 3, 1-5)
En toen het ‘kwaad’ eenmaal geschied was:
‘Jahwe zei toen tot de slang: “Omdat ge dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op uw buiken zult ge kruipen en stof zult ge vreten, alle dagen van uw leven! Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel!”’ (Gen. 3, 14-15).
Dus niet alleen moet Eva, als moeder van al wat leeft, het stellen zonder haar ‘nachtkant’ Lilith, ook wordt hier haat en verdeling gezaaid tussen haar en haar eeuwenoude bondgenoot: de slang!
Maar dit is nog niet alles: tevens begint zij zich te schamen voor haar naaktheid. Met andere woorden: het gebied, waar zij zich tot dan toe het meest heeft thuis gevoeld –haar lichamelijkheid en seksualiteit- wordt tot terra non grata verklaard! De ommekeer is nu definitief. De bijbel zal later het meest invloedrijke boek ter wereld worden, en het is deze versie van het verhaal over Adam en Eva dat erin opgetekend wordt. Met dit verhaal wordt de duistere periode van vrouwenonderdrukking ingeluid. Eva is beboet voor haar nieuwsgierigheid, haar intuïtieve vertrouwen in de slang die haar helpt zich haar intuïtieve weten te herinneren.
Lilith verging het al niet veel beter: ze duikt de eeuwen daarna dikwijls op als demon, als bekoorlijke maar monsterachtige vrouw die zedig levende mannen verleidt en hun zaad ontvreemdt terwijl ze slapen (er is een periode geweest dat er geldstraffen stonden op zondige gedachten en nutteloos verspild zaad, denk maar aan wat met Onan gebeurde in de bijbel!). in de klassieke Oudheid werd ze vereenzelvigd met een vrouwelijke vampier (Lamia) en de moeder van Scylla, het zeemonster. Ook Victor Hugo stelde haar voor als de moeder van alle boze geesten.
Lilith is binnen de modernere kunst en literatuur echter ook begonnen aan een rehabilitatietoer, o.a. bij Rossetti (zie afbeelding) die in haar de oervrouw zag, Isolde Kurz (Die Kinder der Lilith) en George Bernard Shaw (Back to Methuselah). Hierin is Lilith de moeder van Adam en Eva en dus van de hele mensheid.
Eva, Lilith en de slang horen bij elkaar: we komen hen tegen in de oude mysteriën en mythologieën van het Nabije Oosten, Griekenland en Egypte. Ook komen we in de oude mythologieën en het verhaal over Atlantis geregeld het thema van de zondeval en later de zondvloed tegen. Daar komt echter geen vrouwelijke misstap aan te pas, wél het streven van de mens om Gods gelijke te worden door listigheid en technisch vernuft in plaats van spirituele verlichting of geestelijke groei (we zijn weer aanbeland bij Faust). De rol van de vrouw is in de oudere tradities een hele andere: zij leidt de weg terug naar het zogeheten paradijs. Maar eerst moet de mens daarvoor de veilige schoot verlaten en volledig mens worden. En dat is voor de vrouw een heel andere rol dan als zondebok te worden aangewezen voor de verdrijving uit het paradijs.
Citaten: uit Haag, Kirschberger en Sölle, ‘Vrouwen in de bijbel’, blz. 10-31.