Alaha. Een Boodschap over Heilige Eenheid van de Vrouwen van het Verbond

Alaha

Een Boodschap over Heilige Eenheid van de Vrouwen van het Verbond

Door Wytske Jónás, 7 juni 2019

Alaha, een Aramees begrip

Alaha – deze naam verwijst in het Aramees naar God, het Goddelijke en de Heilige Eenheid (Sacred Unity). Het Aramees is, net als het Arabisch en het Hebreeuws, een Semitische taal. Er is iets bijzonders met deze talen: niet alleen worden ze als sacraal beschouwd en drukt de orde en rangschikking der letters een heilige gematria (numerologie) uit van de Schepping, maar ook hebben de meeste woorden, woordgroepen en zinnen dikwijls meerdere betekenislagen. Je kunt als het ware diepzielduiken of diepgeestduiken in deze talen. Zo kan de naam Alaha eveneens vertaald worden als ‘Oneness’ , ‘the All’, ‘the Ultimate Power/Potential’  en ‘the One with no Opposite’.*

Semitische talen vertonen onderling ook veel overeenkomsten. In het Aramese Alaha zien we bijvoorbeeld de gelijkenis met het Arabische Allah en het Hebreeuwse Eloha en Elohim. Dat komt omdat deze talen gebruik maken van dezelfde stamletters. Anderhalf jaar geleden zag ik in een meditatie, hoe Jezus mij liet zien dat het Aramees nog veel van zijn sacraliteit behouden heeft en en ik werd door hem uitgenodigd om me met deze taal te verbinden.

Net als water zou het voor mij een informatiedrager en -geleider worden waar doorheen zijn zuivere transmissies beter geleid konden worden. Het was overigens geen voorwaarde om zijn transmissies te ontvangen, maar gezien mijn ‘taalkracht’ een logische stap. Mijn verbinding met taal is er ook een met het Woord, en kennelijk was het hem daarom te doen. Om die reden gebruik ik tijdens mijn sessies nu ook vaker woorden en zinsgedeelten uit het Aramees en uit het Hebreeuws.

Ook ontdekte ik dat het Aramees gezien kan worden als de verbindende lijm tussen het Hebreeuws en Arabisch, en zelfs tussen de oorspronkelijke joodse, christelijke en islamitische tradities. Zo wordt er op dit moment onderzoek gedaan naar originele Aramese passages uit de koran, weten we dat delen van de bijbel in het Aramees geschreven zijn, dat Jezus vrijwel zeker Aramees sprak en dat veel hedendaagse Arabische dialecten nog altijd doorspekt zijn met Aramees.

Mystieke levenshouding

Het is met fascinatie dat ik opnieuw in de Hebreeuwse en nu dus ook Aramese taal duik. Wat aan de oppervlakte komt zijn talen, die veelgelaagd en rijk aan poëzie zijn. De talen zelf roepen reeds op tot een mystieke levenshouding, want alleen via een innerlijke ervaring kunnen we de boodschap begrijpen van hetgeen verkondigd wordt. En die kan van moment tot moment veranderen, afhankelijk van en meeschuivend met onze spirituele groei en de ontwikkeling van ons innerlijke licht.

Het gaat om een manier van in het leven staan die volgens Neil Douglas-Klotz* typerend is voor de oorspronkelijke Midden-Oosterse Sitz im Leben. En die ook de tijd van het ontstaan van de Tora, van het leven van Jezus en het vroege begin van de islam kenmerkt. In oude kabbalistische, gnostisch-Esseense en soefische geschriften kunnen we wat van deze mystieke houding terugvinden. Zij is veelal verdwenen uit de latere vormen waarin de abrahamitische religies gegoten werden.

Die mystieke grondhouding heeft me altijd geboeid en als een tweede natuur voor mij aangevoeld. Er ging voor mij tevens een fascinatie uit voor de tijd van de vroege bijbel en het oude verbond. Inmiddels weet ik door regressiesessies en het lezen van mijn zielenakasha, dat ik meerdere levens in het Midden-Oosten en Egypte van die tijd heb geleefd. Gaandeweg de tijd zijn de herinneringen bij mij teruggekeerd, herinneringen die o.a. gaan over het dragen en trachten hoog te houden van de heilige zuivere frequenties van de Ark des Verbonds en het Heilige der Heiligen.

Ik realiseerde me dat we ook als mens kunnen leren om heilig en gelijk aan God te worden. Dat dit in essentie berust op het vrijmaken van de oorspronkelijke stroming van de heilige waters van het leven, zodat deze weer ongehinderd door ons heen kunnen stromen. En ook op het gereed maken van onze innerlijke tempel voor de aanwezigheid van God en de Heilige Geest in ons.

En laat dit nu net ook de boodschap zijn van de vrouwen uit de bijbel -profetessen en andere vrouwen- die zich de afgelopen tijd aan mij kenbaar maakten. Op hun boodschap is deze blog gebaseerd.

Teer, etherisch en fragiel

Twee jaar geleden was ik in de Grote Synagoge van Boedapest, die de grootste synagoge van Europa is. Daar kreeg ik te zien hoe de (stam)vrouwen van het oude ‘volk van het Boek’**  in het midden van de gebedsruimte via een lichtbuis door het dak naar beneden afdaalden. Heel voorzichtig, want er was eigenlijk nog weinig ruimte voor hen. Destijds schreef ik er de volgende woorden over op:

(…) nog krachtiger voel ik hier de afwezigheid van de vrouw, of het Goddelijke Vrouwelijke. Het lijkt alsof –energetisch gezien- de politieke staat Israël hier een stevige invloed heeft en de toeristische ader flink uitgebuit wordt ten gunste van de politieke staat. Het is een gevoel dat mij bekruipt en dat ik verder niet geverifieerd heb, omdat ik de politiek niet volg. In plaats daarvan ga ik zitten in het midden van de synagoge en stem mij af op het goddelijke vrouwelijke, en wat de reden is dat zij hier niet aanwezig is. Meteen daarop zie ik hoe, in een buis van licht, de een na de ander begint af te dalen: Rachel, Rivka, Rachab, Batsheba, Esther, en vervolgens vang ik een glimp op van Ashera en de Shekhina. Zij kunnen nog niet helemaal naar beneden komen, want ze gebruiken slechts mijn zuil van licht om mij van hun aanwezigheid op de hoogte te brengen. Buiten die zuil is het nog niet zuiver en licht genoeg voor hen. Ze gebruiken de zuil ook om symbolen naar beneden te brengen, onder anderen een Davidster in gezuiverde vorm die de universele religie van het hart toegankelijker zal maken. Uit: Lichtwerker in Hongarije, deel 3.

Na hun verschijning voor mijn geestesoog in de synagoge van Boedapest, blijft het ruim anderhalf jaar stil van hun kant. Ik was echter ontroerd door hun verschijnen, vooral ook omdat ik de sfeer in de grote synagoge allesbehalve aangenaam vond. Zij had voor mijn gevoel weinig te maken met de oorspronkelijke glorie, schoonheid en heiligheid van het jodendom. Daarom ook werd ik me gewaar van de voorzichtigheid waarmee deze ‘vrouwen van Israël’ aan me verschenen: teer, etherisch en fragiel – als ware het om mij te laten weten dat de tijd nog niet rijp was voor hun terugkeer en die van de Shechina, de vrouwelijke aanwezigheid in God. Teer, fragiel en etherisch aan de buitenkant, want daaronder was integendeel een haast vulkanische kracht voelbaar.

Zo’n anderhalf jaar later kwamen ze echter ineens weer bij me: Rivka (Rebecca), Leah, Sarah, Tzippora (Debora), Miriam, Rachel, Hannah, Esther, Shulamit… om er enkelen te noemen. Ik begrijp nu dat ze ook bij míj eerst een zaadje wilden planten voor hun terugkeer. De herinnering aan hen moest ook bij mij terugkomen, en ook de herinnering waarom. We blijken op een diep niveau met elkaar verbonden te zijn, met de oude Ark van het Verbond, met de Shechina en met het Heilige der Heiligen. Gedurende meerdere levens heb ik deze oude spirituele traditie uitgedragen op aarde, vanuit de kern van mijn wezen en mijn essentie.

De wereld werd echter steeds vijandiger en na een aantal incarnaties waarin ik met geweld geconfronteerd werd (o.a. in het oude Egypte), ging ook bij mij de Shechina een tijd lang ondergronds. “Maar”, zo verzekerden de vrouwen van Israël mij, “jij bent altijd trouw gebleven aan je verbinding met God en met dit licht. Je ging er altijd opnieuw naar op zoek, naar de verbinding met je innerlijke heiligdom. Net als de vrouwen van Israël vroeger, wist ook jij dat het Heilige der Heiligen en het Heilige Verbond binnenin jezelf te vinden waren, en niet buiten jou. Dit weten was een oerwijsheid op de vrouwelijke lijn van het oude Israël en dit werd van vrouw tot vrouw doorgegeven. Het is een groot gehoed geheim binnen het jodendom, dat deze vrouwelijke traditie onafhankelijk was van de exoterische wetten die later aan het joodse volk gegeven werden.”

Sarah’s licht

De vrouwen vertellen verder:

Sir John Everett Millais: Esther, 1865

“Herinner je je Sarah? Zij is niet alleen stammoeder, maar ook de hoedster van de eerste Tent van Heilige Samenkomst (Ohel Mo’ed). Zij was een voertuig voor de Goddelijke Aanwezigheid en stond daarmee in rechtstreekse verbinding. Waar zij kwam, vergezelde een goddelijke ‘wolk’ haar eveneens. Dezelfde wolk die Mozes later ook leerde kennen in de Sinaï. De wolk met daarin de goddelijke aanwezigheid en de engelen hing altijd bij de ingang van haar tent, en zij was de eerste die de kaarsen voor de sjabbat aanstak en deze heilige traditie doorgaf aan de vrouwen om haar heen.

Het hoeden van de heiligheid was de rode draad in haar leven. Haar onmin later met Hagar, de stammoeder van de Ismaëlieten, toont alleen maar aan hoe het oorspronkelijke licht dat zij opving, later gesplitst zou worden; het laat zien hoe de één opnieuw twee werd, en hoe belangrijk het is om Sarah en Hagar uiteindelijk weer bij elkaar te brengen. Sarah belichaamde heel dicht bij de Bron de Goddelijke Inwoning en sprak direct met God; wie met haar in één ruimte verkeerde werd aangeraakt door dit licht. Hiermee opende zij ook in Hagar een innerlijke deur naar God en ging dit licht later eveneens op Hagars nageslacht over. Haar volk zou later de heilige koran ontvangen. Spiritueel gezien heeft Hagar dus ook via Sarah het goddelijke licht ontvangen die haar hielp haar latere goddelijke beproevingen te doorstaan.

Sarah was ook de belichaming van de Heilige Tempel, zij was zélf deze Heilige Tempel (Mikdash). Daar had ze geen apart gebedshuis voor nodig en haar tent was dan ook een plek van samenkomst voor het vieren van de heilige vereniging met God. Je mag ook zeggen dat ze de Shechina belichaamt in de eerste fase van haar afdaling in de dimensies. Zodoende kon zij de stralen van de Schepper op een hoog niveau en in een hoge trilling, dragen en doorgeven. Dat is overigens geen makkelijke taak, want het behelst het voortdurend scheiden van het kaf van het koren, van hetgeen niet thuishoort in dit meest heilige der heiligen. Zij gaf duidelijk de grenzen aan en dat moeten jullie ook leren. Wat is heilig en kan in de tempel komen zonder deze te verontreinigen? Wat dient eerst onderhevig te worden aan zuivering en reiniging? Met andere woorden: welke woorden, gevoelens, handelingen en gedachten doorkruisen of doorbreken de goddelijke stroom, het heilige water van de Bron en dienen daarom eerst verfijnd te worden?

Het is in dit licht dat je het prachtige woord ‘ sacrifice’  kunt opvatten, waar ook het woord sacraal/sacred in terug te vinden is: welke patronen, gedachten en handelingen van jezelf, die deze heiligheid niet dienen, ‘offer’ je op het altaar van je proces van verfijning? Wie een hoeder is van het Heilige der Heiligen en de Tent van Samenkomst, dat wil zeggen van de samenkomst van jou met God of je Goddelijke Zelf, is voortdurend bezig om een waardig drager te blijken van de Shechina en de Heilige Geest (Ruach haKodesh, waarover later meer). En om Liefde-Wijsheid in de wereld te manifesteren. Dat is wat de aspiratie om Gods tempel op aarde te zijn van ons vraagt.

Het gaat er ons hier nu niet om alle vrouwen en stammoeders van het oude joodse volk één voor één langs te gaan. Door op hen te mediteren kun je zelf hun inspiratie ontvangen. Waar het om gaat, is dat zij een wijsheid met zich meedroegen die in de latere, meer exoterische tradities van het jodendom en christendom voor een belangrijk deel in de vergetelheid raakte. Die wijsheid vind je nog wel terug in de esoterische bronnen van deze religies. Zij houdt in, dat jullie allemaal een tempel voor inwoning van de Goddelijke Aanwezigheid kunnen worden. Dat jullie allemaal het pad naar heiligheid kunnen bewandelen en dat het ‘Heilige’  zich niet buiten jullie bevindt, maar in het binnenste van jezelf, op de meest heilige plaats in je wezen.

Zolang je ervaart dat het heilige zich buiten je bevindt en er een afscheiding tussen dit sacrale en jezelf, of tussen God en jouzelf is, kan elk heilig voorwerp of beeltenis als spiegel dienen om je te leren de weg naar binnen te gaan. Dat is het pad dat van de uiterlijke (exoterische) weg uiteindelijk naar de innerlijke (de esoterische) weg voert om opnieuw in het innerlijke heiligdom de heilige vlam te ontsteken en te laten branden voor hen die zoekende zijn. Hoe meer je deze weg naar binnen -naar de God in jezelf- terugvindt, hoe meer je zult merken dat wat buiten is, zich ook binnenin jezelf bevindt. En dat wat boven is, ook onder te vinden is. Jullie ontdekken dat de twee weer één mogen worden en ook het mannelijke en vrouwelijke in jullie zelf terug met elkaar verenigd mogen worden. Dan komen jullie op een punt dat je alleen nog maar jezelf kunt spiegelen, de spiegel in de buitenwereld is dan opgehouden te bestaan. De twee is immers één geworden en heeft de duale wereld niet meer nodig.”

Het Hebreeuwse woord voor Elohim, God

Deze boodschap ontvangende, besef ik dat de kracht en de schoonheid van het mystieke oude joodse geloof hierin liggen dat we ons leven kunnen leren heiligen en we zelf de heilige wezens kunnen worden die we aan het begin van onze reis nog waren, toen we nog één waren met God. Wanneer je deze woorden tot in de diepte van jezelf voelt resoneren, dan weet je dat het waar is. Je hebt geen verdere uitleg of overtuiging nodig. In jou is de heilige vlam ontstoken. Dezelfde als die Sarah en de andere vrouwen uit het Oude Testament voor jou brandende hielden bij binnenkomst in hun innerlijke heiligdom en Heilige der Heiligen.

Be persistent in learning how to sanctify what you do. In the end, the Blessed Holy one will… impart holiness to you, so that you become holy. Then you will succeed, attaining union consciously. Even your bodily actions are transformed into holy deeds. You are walking in the presence of God while being right here in the world. You become a dwelling place of the divine.

Moses Luzzatto, geciteerd in Elizabeth Clare Prophet (1997), ‘Kabbalah: Key to Your Inner Power.’p. 161.

In jou is dan waarschijnlijk ook dezelfde vlam ontbrand die doorlopend het verlangen naar de eenwording met God en het Goddelijke voedde in mystici als Teresa de Avila, Jalal ad-Din Rumi en Rabi’a al-Adawiyyah. Zij brandden van verlangen om God in hun innerlijke tempel te leren kennen en één met Hem/Haar te worden. Het is dít verlangen, opwellend uit het binnenste van je hart, botten en weefsels, dat de drijfveer is om je leven en je lichaam heilig te maken. Het is, om in joods-mystieke termen uit te drukken, jouw persoonlijke uittocht uit het land Egypte op weg naar het Beloofde Land. Dit Beloofde Land bevindt zich uiteraard niet buiten jezelf, maar in jezelf. Het is wat de christenen het Koninkrijk Gods noemen, en dat we kunnen vinden in ons hart. Het is het innerlijke Israël, dat veel meer dan een politieke of culturele natie, de innerlijke staat van zijn is van iemand die het licht van God belichaamt.

Een hoger niveau

De vrouwen vertellen verder:

“Steeds meer zijn jullie eraan toe om de oude verhalen op een diepere laag en in een hogere zielentrilling te lezen. Je begint te begrijpen dat elk verhaal of elk verschijnsel dat je tegenkomt, precies dat licht en die informatie aan je afgeven die je op dat moment nodig hebt. Iedere keer kom je weer een andere laag tegen, afhankelijk van je spirituele groei en je vorderingen op het pad naar het terugvinden van je heiligheid. In de kabbalistische traditie maken ze onderscheid tussen de ervaringsniveaus van Een Sof (letterlijk ‘Geen Eind’, het oneindige ongedeelde licht, de Bron), Atziloet (de hoogste emanatie van het Licht na Een Sof), Beriya, Yetzira en Asiya (dat jullie fysieke niveau omvat, waarbinnen jullie doorgaans leven en de wereld ervaren en interpreteren).

Zo kun je bijvoorbeeld de bijbelverhalen op deze verschillende levels lezen en ervaren. Lees je een verhaal op het niveau van Asiya, dan kun je mogelijk geschokt zijn over het bloedvergieten. Of over de manier waarop Sarah Hagar verdrijft uit haar tent. Hoe hoger je echter klimt in bewustzijn, hoe meer vensters van je ziel zich openen om de Heilige Geest daarachter te ontvangen. Gelukkig zijn er momenteel heel veel geïncarneerde zielen onder jullie, die kunnen helpen niet alleen de oude verhalen te ontdoen van alles wat erbij gefantaseerd is, maar ook om deze verhalen en de lezer ervan op te tillen naar een hoger niveau van ontvangst (kabbalah, letterlijk: ontvangst; dat wat ontvangen is).

Een nieuw Verbond

De reden dat wij, de vrouwen van het oude verbond, bij jullie terugkeren, is om jullie bij dit proces van sanctificatie te helpen. Onze wijsheid willen we graag op jullie overdragen, en voor wie daarvoor klaar is, zal deze het oude verbond vervangen. Het is de tijd voor een nieuw verbond tussen jullie en het Goddelijke, tussen jullie en de Heilige Geest, tussen jullie en je eigenlijke Goddelijke Zelf. Het is tijd voor een Verbond dat past bij deze Nieuwe Tijd, waarin veel van jullie zielen zich opmaken voor hun terugkeer (ascentie) in God.

Voorafgaand aan en ten tijde van Mozes was ons oude verbond er al. Mozes werd gevraagd een uiterlijke Tent van Samenkomst te maken omdat zijn volk dit nodig had om de buitenkant terug naar de godskern binnenin te brengen. Er kwam een exoterische weg van de Wet om de esoterische Weg naar het innerlijke heiligdom voor te bereiden. In dat innerlijke heiligdom geldt vervolgens alleen nog maar de Goddelijke Wet van Liefde, Harmonie, Eenheid en Volmaaktheid (Vol-maakt).

Mozes’ tijd was een tijd van onderdrukking en velen waren de verbinding met hun innerlijke godsvonk kwijtgeraakt. Het is niet duidelijk in jullie geschriften terug te lezen, maar het waren wij -de vrouwen- die de wijsheid van het bouwen, openstellen en onderhouden van de innerlijke tempel voor de vereniging met de Heilige Geest al die tijd in ons meedroegen. En om daarin de Shechina, de vrouwelijke aanwezigheid in God, te verwelkomen en een verblijfplaats te bieden zodat zij onder haar geliefde mensenkinderen kon zijn. Ons streven was hiernaar te leven en te handelen, en om een licht onder onze mensen en de volkeren te zijn.

Maar door de duisternis der tijden ging, zoals reeds gezegd, de Shechina steeds meer ondergronds en begon zich terug te trekken. Mensen hadden geen toegang meer tot het innerlijke Heilige der Heiligen (Kodesh haKodashim) omdat ze zowel in hun binnen- als buitenwereld verfijning misten. Ze waren aan de uiterste grenzen, aan de buitenmuren van de Heilige Tempel beland. Er was eerst een hernieuwd proces van innerlijke en uiterlijke alchemie nodig vooraleer ze weer de toegang tot de binnenste vertrekken en het Heilige der Heiligen konden krijgen. Daarom was er een Wet nodig, met voorschriften over gedragingen en handelingen, en het verhaal over de uittocht uit Egypte op weg naar het Beloofde Land staat hier eveneens symbool voor.

Al die tijd bleven wij schijnen met ons vrouwelijke licht, met onze traditie van het hoeden en heiligen van zowel de sjabbat als het tabernakel, de tent van samenkomst. Wij wisten dat een ieder, die dat wenst, een potentieel vat kon zijn om te worden gevuld met de Heilige Geest. Niet alleen het joodse volk, of iemand die de een of andere religie aanhangt. Nee, een ieder die brandt van verlangen om één te zijn met de Heilige Geest, kan dit bereiken en een heilig instrument worden. Wanneer wij namens het oude joodse volk spreken, dan is dat enkel om aan te geven hoe oud onze verbinding is en tot waar deze teruggaat. Wij zijn verbonden met de Elohim en de Atiek Yonin, de Oude der Dagen, die door jullie ook wel Sanat Kumara genoemd wordt.” 

Ruach haKodesh

“Wij willen hier nu ook nog even ingaan op de Heilige Geest en hoe wij deze zien. In het Hebreeuws en het Aramees wordt deze respectievelijk Ruach haKodesh en Ruha d’Koedsha genoemd. Zoals je inmiddels weet kan een Semitisch woord of Semitische uitdrukking nooit beperkt worden tot één enkele uitleg. Ruach en ruha betekenen zowel geest, als adem en wind. Voor ons bestaat er geen onderscheid tussen deze drie. Misschien kun je je herinneren, als je je ogen sluit en je je verbindt met je ademhaling, hoe je ooit eerst alleen adem, wind en/of geest was voordat je belichaamd werd? We noemen deze adem-wind-geest heilig wanneer niets de oorspronkelijke vrije liefdesstroom ervan in de weg staat.

Adem die bijvoorbeeld gehinderd wordt door verdriet, of angst, is geen heilige adem meer. Maar het is nog steeds dezelfde adem! Alleen is deze niet vrij meer, en afgesplitst geraakt van de goddelijke vrije adem. Van de Alaha Ruhau, de Eenheid van de Adem. Zondigen tegen de Heilige Geest, zoals Jezus dat noemt, is eigenlijk het zondigen tegen de heilige adem, het uit het ritme vallen van de goddelijke harmonische ademhaling. Daarom betekent het dat als je zondigt tegen de heilige geest, je eigenlijk tegen jezelf zondigt, want je staat de goddelijke eenheidsadem niet meer toe om vrijelijk door je heen te stromen. Je gedachten en je emoties, en ook je daden, zijn dan een belemmering gaan vormen.

Ruach en ook Ruach haKodesh zijn je geboorterecht. Ze maken deel uit van je ziel en van wie jij in wezen bent. De joodse traditie maakt onderscheid tussen meerdere lagen van de ziel, waaronder de nefesh (dat deel van je ziel dat de stoffelijke ervaring ingaat en emoties en dergelijke kan ervaren), de neshama (dat niet in de dualiteit afdaalt, maar dicht bij de Bron blijft) en ruach, de adem-geest-wind die ook jouw leven bezielt. Ruach haKodesh is een hogere manifestatie van dezelfde ruach, een frequentie die overeenkomt met wat jullie de Heilige Geest noemen.

Is dat geen mooie bezinning voor het naderende Pinksterfeest? Het feest waarbij door jullie de uitstorting van de Heilige Geest herinnerd en gevierd wordt. Wat dan gebeurt, is -wanneer je je hiervoor openstelt- een werkelijke uitstroom van Heilige Adem die als een stemvork in je wezen kan werken, en die alle afgesplitste ademteugen weer kan helpen herenigen in het oorspronkelijke geheel. Voel maar in je lichaam na waar je adem gehinderd wordt, of stokt of te weinig aanwezig is. Je lichaam heiligen betekent ruimte bieden aan de Heilige Adem/Geest om overal te komen. Dat is waar het verfijningsproces, het proces van sanctificatie over gaat. Heilig is heel, heiligheid is heelheid. Heel en heilig, whole en holy: de woorden zijn met elkaar verbonden.

Mogen wij jullie nog een laatste tip geven? Wij hebben deze suggestie ook aan de schrijfster van deze blog gegeven en ze is ons er heel dankbaar voor. Deze tip luidt: herstel de oorspronkelijke functie van het woord ‘holiday’ weer in ere. Las om de zoveel dagen (bij voorkeur elke 7 dagen) een vrije dag in waarop je ‘holiness’  de leidraad in je leven laat zijn. Holiday betekent oorspronkelijk immers holy day. Op die dagen doe je dan alleen dingen die je aan je heiligheid helpen herinneren en die deze voeden. De invulling is vrij, zo kun je denken aan mediteren, tuinieren, opruimen en schoonmaken (ook belangrijk om je tempel te onderhouden!), in de natuur zijn, genieten, of gewoon alle handelingen met gewijde aandacht verrichten.

Het gaat hierbij vooral om een innerlijke staat van zijn die je op deze manier ontwikkelt in communie met datgene waarmee of diegene met wie je deze dag doorbrengt. Gebruik taal die schoonheid, liefde en heiligheid in jezelf oproept. Taal wordt heilig, wanneer je deze laat inspireren (=inademen, inblazen!) door de Heilige Geest. Zegen de mensen, de dieren en de bomen en planten die je tegenkomt. Op die dagen zullen wij bij je zijn, als je dat wilt. Je zult merken dat dit heiligen van je leven spoedig steeds meer een soort tweede natuur voor je wordt, en dat je dit ook gaat doen op andere dagen dan de holidays! En dat is precies wat wij met sanctificatie bedoelen.” 

Een gezegend Pinksterfeest!

Noten:
*Neil Douglas-Klotz (1999). The hidden Gospel -decoding the spiritual message of the Aramaic Jesus, Quest Books, Wheaton Illinois.
**Dit is een benaming voor het joodse volk.

Wytske Jónás is mystica, schrijfster en docente Frans en CKV. Ook heeft zij een praktijk voor hypno-, regressie- en reïncarnatietherapie ‘Je Wilde Ware Zelf’ in Leiden. Zij bewandelt met diepe devotie het pad van ascentie en zelfmeesterschap en  begeleidt hierbij ook mensen in haar praktijk. Wie daar meer over wil weten, kan contact opnemen via contact. Tevens is het mogelijk om zielsreizen te boeken, waarbij je in trance verloren zielsdelen kunt terughalen en je verbinden met je oorsprong, multidimensionale lagen van je Ware Zelf en je ´levensmissie´. Voor sommige sessies geldt, dat deze vergoed worden voor wie hiervoor aanvullend verzekerd is (informeer bij je eigen zorgverzekering of zij o.a. hypnotherapie dekken in de aanvullende verzekering). LET OP: IN VERBAND MET DE HUIDIGE CORONACRISIS IS DE PRAKTIJK TOT NADER ORDER GESLOTEN.