Op zoek naar de Hongaarse Godin: deel 1
INLEIDING
In het hart van veel Hongaren leeft een vrouw… een moederlijke vrouw die als symbool van de goddelijke bemiddeling wordt gezien, en die voor velen van hen gelijk is aan Maria, de moeder van Jezus. Zij wordt echter weinig bij die naam genoemd… in plaats daarvan heet zij Boldogasszony (spreek uit BOLdogasonj-gelukkige vrouw), Nagyboldogasszony (NADJboldogasonj-grote gelukkige vrouw), a Napba Öltözött Asszony (de met de zon beklede vrouw), Babba en soms ook wel Babba Mária. Alles wijst erop dat zij een paar duizend jaar ouder is dan de christelijke Maria. Wie is zij, deze hartenvrouw der Hongaren? Is zij ooit een godin geweest? Uit Azië? Uit de Karpatenbekken? En is zij één en dezelfde vrouw? In twee delen speuren we terug door de tijd naar haar waarschijnlijke oorsprong. In dit eerste deel schets ik een beeld van de Hongaarse spirituele wortels, waaruit zij ontstaan is. In het tweede deel kom ik terug op wie zij dan zelf geweest zou kunnen zijn…
SPIRITUEEL-ETNISCH RÉVEIL
Veel Hongaren zijn sinds de Wende van 1989 bezig hun spirituele en etnische roots te herontdekken. Tijdens de jaren van het communisme was elke uiterlijke vorm van spirituele en folkloristische beleving zo goed als lamgelegd, en veel Hongaren nemen het de christelijke (katholieke) kerk kwalijk dat zij tijdens dit tijdperk ‘geheuld’ heeft met de communistische machthebbers. Voor hen voelt dit als een vorm van verraad. Ruim een eeuw eerder-in de tweede helft van de 19e eeuw- waren de Hongaren al eerder bezig met een spiritueel-etnisch réveil, toen ze zich wat losser probeerden te maken van het juk van de Habsburgers. Dit zichzelf zoeken en zich soeverein verklaren ten opzichte van de rest lijkt het volk inmiddels met de paplepel te zijn ingegoten: sinds hun aankomst in het Karpatenbekken (9e eeuw) zijn zij namelijk vaker wél dan niet overheerst en onderdrukt geweest. Meer nog: veel Hongaren raakten ervan overtuigd dat het vooral ánderen waren die hun geschiedenis voor hen schreven: zo zouden de Hongaren of Magyaren vóór hun bekering tot het christelijke geloof (rond het jaar 1000) vooral barbaren zijn geweest en ook is hun vrij op zichzelf staande taal door buitenstaanders bij de Fins-Oegrische familie ondergebracht. En zouden ze bovendien van geluk mogen spreken dat ze deel uit mogen maken van de geciviliseerde westerse wereld.
MYSTIEK
Reeds in de tweede helft van de 19e eeuw lieten zelfstandige Hongaarse denkers en onderzoekers echter een krachtig tegengeluid horen toen ze de Hongaarse mythologie, volksliederen en volkskunst begonnen te bestuderen. Volgens middeleeuwse kronieken waren de Hongaren verwant aan de Skythen, de Hunnen en andere steppevolkeren. Vanaf de 19e eeuw kwamen daar nog meer mogelijke verwante volkeren bij, waaronder de Sumeriërs, de Oeigoeren en de Avaren. Het laatste woord over de eigenlijke oorsprong van de Hongaren is nog niet gesproken, en zal voorlopig ook wel uitblijven. Aan de ene kant voegt dat wel iets toe aan de mystiek die er rond de oorsprong van dit volk hangt, aan de andere kant zullen er ook gewoon weinig andere volkeren zijn die in hun cultureel erfgoed en hun genen zo’n veelkleurige mozaïek hebben als de Hongaren: sinds hun vertrek uit Centraal-Azië (want daar zijn de meeste geleerden het inmiddels wel over eens) zijn zij in aanraking gekomen met veel culturen en geloven, en heeft er ook een grote rassenvermenging plaatsgehad.
Het is waarschijnlijk dit gegeven, dat de Hongaarse zoektocht naar hun ‘ősvallás’- oergeloof nu juist zo interessant maakt. In wezen begint dit al met hun taal: er zijn aanwijzingen dat de Hongaarse taal een prototaal is omdat vele dagelijkse woorden afgeleid zijn van woorden als ‘zon’, ‘oost’ en ‘west’, net zo goed als dat er aanwijzingen zijn dat de taal (en tevens godsdienst) onderweg invloeden heeft ondergaan van o.a. andere steppevolkeren, de Perziërs, Elamieten, Sumeriërs en Slaven. Vooral de gelijkenissen tussen het Sumerisch en Hongaars zouden opvallend zijn en niet in de laatste plaats omdat ook gemeenschappelijke mythische figuren als Nimrod, Eneth, Hunor en Magor in deze richting lijken te wijzen.
SJAMANISME
Algemeen wordt nu echter het sjamanisme als het oorspronkelijke, oude geloof van de Hongaren gezien. Deze sjamanen worden door hen ‘táltos’ genoemd en het wemelt en gonst in Hongarije van de websites, communities, muziekgroepen enz. die weer aan willen haken bij dit spirituele erfgoed.* Het sjamanisme beleeft momenteel een ware revival in het land en kan worden gezien als de Hongaarse variant van het “neopaganisme” dat ook elders in Europa opbloeit. Het is een geloof dat zijn wortels vindt in de herwaardering van de aarde en de (kosmische) natuurelementen, zoals de Zon, de Maan, de Aarde, het Vuur en de Melkweg, die worden beschouwd als manifestaties van het hoogste goddelijke. Daarbij wordt de een als mannelijk en de ander als vrouwelijk gezien (zie de blog van 17 oktober).
Typisch voor dit sjamanisme is tevens de opdeling van de wereld in 3 rijken (de onder-, midden- en bovenwereld) en de ten hemel rijkende levensboom die deze drie rijken met elkaar verbindt. Alleen de ingewijde of uitverkoren sjamaan kon deze gigantisch hoge boom beklimmen, want ook de Zon en de Maan moesten iedere dag en nacht afdalen via deze boom en konden makkelijk in de vele dichte takken verstrikt raken. Dit inspireerde vele mythen en verhalen, de zon en de maan en het sterrenstelsel werden in een latere tijd mythologische figuren voor de Hongaren en kregen steeds persoonlijkere trekken, zoals de Melkwegkoningin die gaandeweg veranderde in de opperfee van het grote feeënrijk (de Hongaarse folklore is dichtbevolkt met feeën, ik kom er in het tweede deel van deze blog op terug).
Wat de huidige revivalsjamanen verbindt met de spirituele bewegingen uit de omringende landen in Centraal- en Oost-Europa, is hun gevoel voor ‘geografische heiligheid’. Daarmee wordt bedoeld dat de omringende natuur van zeer groot belang is voor de spirituele beleving: spiritualiteit staat niet los van, maar is ingebed in de regio, in de verbondenheid met de eigen grond, omdat daar de zielen huizen van de voorouders en samengewerkt en geleefd wordt met de geesten van de natuurelementen. En ook omdat deze mensen vaak verliefd zijn op hun eigen grond of daar een sterk emotionele band mee hebben.
Waar het voor de ene Hongaar echter belangrijk is om helemaal terug te gaan tot een soort van onversneden ‘oersjamanisme’ (voor zover dit mogelijk is), gaat de andere daar heel wat flexibeler mee om: voor hem of haar gaat het om het koesteren, het samenvoegen van de diverse tradities: de sjamanistische, de Perzische/Mesopotamische, de oude inheemse religie uit het Donaugebied zelf en de christelijke invloed van de afgelopen duizend jaar. Ook de Roma hebben, met hun bijzondere mix van christelijke en Hindoeïstisch geïnspireerde goden en folklore, een belangrijke steen bijgedragen aan de mozaïek van het Hongaarse spirituele leven.
Vervolg van de zoektocht naar de Hongaarse Godin in deel 2
NOTEN:
*voor een aantal van deze groepen gaat deze revival gepaard met nationalistische gedachten, met name die groepen die zich wensen te politiseren. Het oer-Aziatische spirituele en etnische erfgoed is een welkome bron voor de extreemrechtse partij Jobbik. Echter, de groepen die zich niet met politiek bezighouden zijn serieuzer met de hervonden spiritualiteit bezig. Ik ben me ervan bewust dat ik me op glibberig vlak begeef, maar ben ervan overtuigd dat vloek en zegen vaak hand in hand gaan: de vloek zit hem voor Hongaren (en andere Midden-Europeanen) in het risico van misbruik voor nationalistische en extremistische doeleinden, de zegen daarentegen in het nut en de verdienste voor het algehele spirituele leven van Europa. Een schone taak is weggelegd voor hen die de balans tussen beiden helpen herstellen!
LITERATUURLIJST VOOR DIT EERSTE DEEL:
Bakó & Hubbes, “Religious Minorities’ Web Rhetoric: Romanian and Hungarian Ethno-Pagan Organizations, 2011 ophttp://www.researchgate.net/…/233960637_Religious_Minoritie…
Jenő Fazekas, “Hungarian Shamanism- Material and History of Research”, 2014, op https://ojs.abo.fi/index.php/scripta/article/viewFile/…/1011
Kandra Kabos, “Magyar mitológia”, Magyar Ház, Eger 1897/2006.
http://cometogetherarticles.yolasite.com/avar-hungarian-sha…
László Marácz, “De Hongaarse katholieke kerk en de geest van het neo-paganisme”, in Theologisch Debat, jaargang 7, Universiteit van Amsterdam/Rijksuniversiteit Groningen, december 2010,
https://hu.wikipedia.org/wiki/%C5%90smagyar_vall%C3%A1s