Het heilig huwelijk in het oude Egypte en Midden-Oosten
DEEL 3 (SLOT): SEKSUELE ALCHEMIE IN HET OUDE EGYPTE
Het laatste deel alweer in deze drieluik over heilige seksualiteit ten tijde van het ontstaan van de bijbel. Deze laatste blog is iets anders opgezet dan de vorige twee: ik heb getracht intuïtief verkregen inzichten (uit innerlijke reizen van de ziel) te combineren met informatie uit geschreven bronnen, m.n. die van Drunvalo Melchizedek en Muata Ashby. Zij zijn twee gerespecteerde spirituele leraren die in de geest van het oude Egypte het Egyptische mystieke gedachtegoed weten uit te dragen. De taal en woorden die zij gebruiken, is voor mij een goede hulpbron gebleken mijn eigen ervaringen hierin te duiden.
Lang voordat er kennis over innerlijke alchemie bestond in Azië, werd deze spirituele weg reeds bewandeld in het oude Egypte. En lang voordat yoga en tantra in India bewustwordingspaden werden, werden deze eveneens reeds beoefend in het oude Egypte. Hier viel ook seksuele alchemie onder. Muata Ashby, die vooral geïnteresseerd is in de ‘Neteriaanse’ wortels (waarover straks meer) van de Egyptische erediensten en mysteriën, noemt jaartallen van meer dan 7000 jaar v.Chr. Zo zouden er diverse yoga-figuren gevonden zijn op o.a. oude tempelmuren en plafonds.
Reeds de oude Egyptenaren hielden zich bezig met het ontwikkelen en sublimeren (verfijnen) van de Levenskracht, de Levensenergie. Het Egyptische symbool voor leven is, zoals bekend, de Ankh. Deze Ankh symboliseert de balans tussen de verschillende paren van tegenstellingen waar de kosmos mee gevuld is: mannelijk-vrouwelijk, licht-donker, positief-negatief, enz. Het bovenste deel wordt ‘shen’ genoemd, is vrouwelijk en staat voor ‘eeuwigheid’. Eén van de doelen van de Egyptische alchemisten (of strevers naar Ma’at-Waarheid, Balans en Kosmische orde en Rechtvaardigheid) was het bereiken van het eeuwige leven, of onsterfelijkheid. Het onderste deel –het kruis- is mannelijk en kan losgemaakt worden van de bovenste cirkel. Dit betekent dat het lichaam losgemaakt kan worden van de ziel en de ziel zo verlichting kan bereiken.*
Yoga en tantra werden gezien als weg tot het goddelijke, eeuwige leven. De houdingen waren bedoeld om de vereniging met de goden en godinnen uit te drukken (bijvoorbeeld de innige verstrengeling van Geb en Nut), en het nadoen van deze goden (handelen en bewegen als deze goden) was belangrijk om deze vereniging te bereiken, en de goddelijke energie in zichzelf op te wekken. Daarbij ging het vooral om een soort van ‘kundalini-opwekking’, waarbij slapende, ‘onbewuste’ lage energieën in een slangenbeweging door de 8 energievelden (soms werden er 13 aangegeven) in het lichaam omhoog stegen om uit te monden in kosmisch bewustzijn. De ademhaling was hierbij eveneens belangrijk. Egyptische tantrayoga heeft vele overeenkomsten met de tantrayoga uit de Vedische of Indiase traditie, en dit geldt ook voor de gebruikte symboliek: de duizendbladige lotus en het yoni-lingamsymbool werden ook in het oude Egypte gebruikt, en zelfs lang voordat deze in India opgetekend werden!
Waar komt de naam Neteriaans of Neter vandaan, waar we het in het begin reeds over hadden? Volgens Muata Ashby staat in oude Egyptische teksten, dat het Egyptische volk uit het hart van Afrika stamt, en langs de bronnen van de Nijl het land van Egypte is binnengetrokken. De oude naam voor Egypte was KMT, of Kemet, wat ‘zwart land’ of ‘land van de verbrande mensen’ betekent. Shetaut Neter was hun ‘religie’, wat ‘verborgen god(delijk)heid’ betekent. Neter wordt ook wel aangeduid als ‘the One Supreme Being’. Neter staat voor de kracht die de aarde, hemelen, de zee, de lucht en het heelal, dieren, insecten, mensen en alles wat is en zal zijn heeft voortgebracht. Neter is noch vrouwelijk noch mannelijk, want hij/zij/het overstijgt de dualiteit. Hij/zij/het was er al voordat er dualiteit en paren van tegenstellingen waren. Deze ene ‘Supreme Being’ manifesteert zich echter wel in verschillende verschijningsvormen, en vooral ook in vele goden en godinnen (vandaar dat velen van hen als dieren worden afgebeeld). Deze goden en godinnen behoren tot de Neteru, en alle Neteru –alle verschijningen in de natuur- stammen af van de ene Neter. In Neter en Neteru vind je ons woord natuur ook terug (Natura). Neter is dat wat IS, WAS en ZAL ZIJN-en van hieruit komt al het andere ‘into being’.
Elke plaats, elk ‘energielevel’ trekt zijn eigen goden en godinnen aan, met eigen eruit springende kenmerken. Dit kan per stad verschillen (iets wat vroeger inderdaad de realiteit was!). Het maakt niet uit hoe deze goden en godinnen heten, want alles stamt af en komt voort uit de Ene Neter. Het eren van deze goden is een manier waarop we onze eigen goddelijke oorsprong kunnen herinneren, en vooral tot bewustwording kunnen komen dat alles om ons heen, inclusief wijzelf, één is en afkomstig uit dezelfde bron. Tempels met verschillende Egyptische goden bestaan gewoon naast elkaar, en de leringen van de ene tempel leiden vanzelf tot een begrip van die van de andere en aldus tot kennis van het hoogste wezen. Goden en godinnen veranderen of wisselen elkaar af, en dat is ook prima: hun doel is de schepping te ondersteunen en wanneer hun taak erop zit, keren ook zij terug tot de Ene Bron, Neter. Ze lossen er als het ware weer in op.
Wat een diepzinnigheid brachten deze oude Egyptenaren mee, en wat jammer dat de afgelopen paar duizend jaar deze kennis vervlogen is! Vele religies hebben een claim gedaan op exclusiviteit of authenticiteit, en dit heeft geleid tot de vele bekende godsdienstintoleranties en zelfs –oorlogen. Wat ook opvallend is, dat het in het oude Egyptische geloof eigenlijk helemaal niet om polytheïsme (meergodendom) gaat, maar om het eren van het ene, opperste Wezen waar wij als mens zelf deel van uitmaken.
Seksuele energie speelt een belangrijke rol in dit alles, omdat het de meest krachtige vorm van (scheppende) energie is waar wij uit bestaan. De oude Egyptenaren gingen hier heel zorgvuldig mee om. Want getuige de mythe van Isis-Osiris-Horus was het seksuele energie die Osiris uit de dood opwekte (Isis gebruikte seksuele ‘magie’ om Osiris’ zaad te ontvangen. Hieruit kwam het goddelijke kind Horus voort.). Seksualiteit bracht het sterfelijke en het onsterfelijke samen. Wanneer het doel onsterfelijkheid was, of het eeuwige leven, was het van groot belang om deze seksuele energie niet zomaar te laten ontsnappen uit het lichaam –wat dikwijls in ‘onbewuste’ orgasmes gebeurt- maar op het moment van het orgasme op een speciale manier te laten circuleren in het lichaam, zodat het niet alleen in het lichaam bleef en in versterkte vorm alle organen ten goede kwam, maar ook nog het lichtlichaam –het Merkaba- voedde. Het Merkaba was in de ogen van de Egyptenaren het voertuig waarin we in de andere wereld voort zouden leven. Ook het ontwikkelen van het universele hart (of universele liefde- ik noem het graag: sacred heart) was een belangrijk doel. Een andere reden waarom het belangrijk was om de seksuele energie te leren sturen –en dus vooral niet te onderdrukken- was het geloof dat spirituele vooruitgang alleen mogelijk was voor diegenen die met deze energie hebben leren omgaan.
In de mythe van Isis-Osiris-Horus (Aset-Aser-Heru) komt veel alchemistische kennis samen. Zo is er de strijd met Set. Set is Osiris’ broer en staat in onszelf voor onze ‘lagere’ driften, impulsen en verlangens. Daarbij horen niet alleen emoties als wraaklust en jaloezie, maar ook onbeteugelde seksuele drift en de zucht naar macht. Set doodt Osiris (dat wil zeggen de lagere ‘natuur’ in onszelf wil het roer overnemen) en de dood van Osiris is nodig om Horus (dat wil zeggen de Christusenergie) geboren te laten worden. Ook Horus gaat op een gegeven moment de strijd met Set aan en verliest daarbij zijn oog (het oog van spiritueel inzicht of ontwaken). Set raakt zelf ook gewond aan de genitaliën en wordt uiteindelijk ‘getemd’, maar niet overwonnen. Set erkent Horus uiteindelijk als ‘troonopvolger’ en staat hem in het vervolg ten dienste.
De mythe van Isis-Osiris-Horus was wijdverbreid en zeer populair, tot in Kanaän aan toe. Zeker ook ten tijde van Jezus’ leven. Er liepen nog vele priesteressen en vrouwen rond die ingewijd waren in een tempel van Isis, en Maria Magdalena zou één van hen geweest zijn. Meer nog: het verhaal van Maria-Jezus-Christus zou een heropvoering zijn van het oeroude archetypische materiaal van de Isis-Osiris-Horusmythe! We zagen het al in eerdere blogs, waarbij het verhaal van de dood van de geliefde een belangrijke rol speelt (of deze nu Jezus, Osiris, Adonis, Tammuz of Dummuzi heet). Dat deze gestorven jongemannen de geliefden waren van godinnen die allemaal ook symbool stonden voor seksualiteit en seksuele ‘magie’ is evenmin een onbelangrijk detail. Dat Jezus hierbij de kunst van de seksuele minne verstond en met deze seksuele energie had leren omgaan, lijkt mij zeker niet uitgesloten en zelfs zeer waarschijnlijk.
Noten:
* Het is in mijn ogen veelzeggend dat het vroege christendom, dat zeer beïnvloed werd door de Egyptische mysteriën (vooral die van Isis-Osiris-Horus) het kruis heeft behouden, waaraan het lichaam van Jezus later werd opgehangen. Is dit symbolisch voor het loslaten van het lichaam, de aardse behoeften, het offeren of kruisigen van het ego? De cirkel is immers ook een (los) christelijk symbool geworden: als aureool rondom de hoofden van de heiligen!
NASCHRIFT
Wat ging er mis? Een persoonlijke herbeleving.
Met dit laatste deel van deze drieluik rond ik het thema van de heilige seksuele inwijdingen in het oude nabije Oosten voorlopig af. Mijn interesse in dit thema is ontstaan ruim anderhalf jaar geleden, na een ervaring in trance gedurende mijn opleiding tot regressietherapeute; daarvoor had ik er zelfs niet eens van gehoord. Ik kwam terecht in het oude gebied van Kanaän/Phoenicië, en was tijdens die ervaring een priesteres van een Aphrodite-achtige godin wier naam klonk als A-S-T (ik kreeg alleen de medeklinkers goed door. De klinkers stonden niet vast. Het zou Astarte, Astoreth of ook Aset, de Egyptische naam voor Isis geweest kunnen zijn). De omgeving deed mij Grieks aan, maar ik was heel duidelijk in het gebied ter hoogte van het huidige Libanon. Ook verschilde dit leven duidelijk van eerdere ‘tempellevens’ in o.a. Egypte, omdat het zich voor mijn gevoel later in de tijd afspeelde.
Samen met andere priesteressen was het onze taak jonge mannen in te wijden en hen te helpen zich te ‘verfijnen’ opdat ze klaar waren voor een leven als ‘goed’ echtgenoot. Zo’n inwijding –waar overigens veel meer energetisch dan puur lichamelijk gewerkt werd- duurde ongeveer een week. Het was niet de bedoeling dat we emotioneel bij deze jongemannen betrokken raakten. Dit overkwam mij echter wel op een keer, ik werd plotseling ‘verliefd’ en mocht met deze jongeman niet verder gaan. Ik wilde hem voor mezelf houden en werd jaloers. Natuurlijk werd de jongeman aan iemand anders overgedragen en ik moest een test ondergaan waarbij ik in een bassin tussen grote kristallen gelegd werd. Deze moesten uitwijzen in hoeverre ik nog de onzelfzuchtige, goddelijke energie kon geleiden.
De test was verschrikkelijk: het voelde alsof ik een enorme stroomstoot door mijn lichaam kreeg en deze niet meer aankon. Ik was voor mijn gevoel een gevallen vrouw geworden omdat ik nu nog dieper geïncarneerd was in het menszijn –iets waartegen ik me gedurende vele levens verzet had-, met menselijke emoties als jaloezie, wraakzucht, razernij en natuurlijk diep hartezeer. Vier felle emoties die diep in het archetypische gevoelspalet van de vrouw huizen (kijk maar naar alle klassieke tragedies die eraan gewijd zijn; ook voor mannen geldt dit: bij hen gaat het dan dikwijls om heerszucht, drang naar macht, egoverheerlijking of oorlogszucht. Zowel mannen als vrouwen hebben een levendige archetypische onderwereld!). In het kader van innerlijke alchemie is dit o.a. het gebied waaruit we levensenergie transformeren tot hoger of kosmisch bewustzijn. Een schone taak. En zeker geen makkelijke. Regressies en meditaties zijn –net als relaties- een mooi middel om erachter te komen waar we nog wat ‘werk aan de winkel’ hebben. Dat was het voor mij in ieder geval zeker:-).
BRONNEN
Muata Ashby, “Sacred Sexuality. Ancient Egyptian tantric Yoga.”, 2003.
Drunvalo Melchizedek, “The Ancient Secret of The Flower of Life.”, vol. 2, 2000
Tjeu van den Berk, “Het oude Egypte: bakermat van het jonge christendom.”, 2011