Ar-rahman ar-rahim: de baarmoeder van God الرَّحْمَـٰنِ الرَّحِيمِ

Op zoek naar het goddelijke vrouwelijke in de islam… 

INLEIDING:
In 2008 organiseerde ik samen met jonge moslims op onze school een hiwar –een ‘dialoog’- tussen jonge moslims en niet-moslims. Het was de tijd van spanningen rondom de te verwachten film van Geert Wilders (Fitna). De hiwar werd door zowel moslims als niet-moslims als heel positief ervaren: er was wederzijds begrip en er konden in alle openheid vragen gesteld worden. Wat toen niet erg leefde onder de jonge moslims was het begrip ‘soefisme’, de mystieke kern van de islam. Soefisme werd door hen zelfs fel bekritiseerd en afgewezen. Toch is het o.a. met behulp van dit soefisme dat de liefdevolle kant van de islam benadrukt kan worden, en dat het goddelijke vrouwelijke haar rechtmatige plek in deze religie terug kan krijgen. Want als er één ding is waar de meeste moslims het wel over eens zijn, dan is het dat de ideeën en de ideologie van IS niets te maken hebben met de ware islam.

allat al oezza manatWat mystici over de hele wereld ongeacht hun religie bindt, is hun streven God en het al te kennen, en hun eenwording met (het) God(delijke). Zij gaan de weg terug van afgescheidenheid naar verbondenheid en eenheid. In elke religie valt wel deze mystieke kern terug te vinden, vrijwel alle religies bevatten zaadjes van de oude mysteriënkennis die ons ook wordt overgedragen via de natuur, onze mythen en onze sprookjes.

rabia2
Rabi’a soefimystica

De mystieke islam –het soefisme- ontleent volgens sommigen zijn naam aan Sophia, “Wijsheid” en het is ook hierin dat we het goddelijke vrouwelijke terugvinden. Sophia is de mystieke gezellin en de ziel die de goddelijke geliefde zoekt. Zij behoort niemand toe –geen specifiek ras of specifieke plek of tijd op aarde- want zij is één met de ‘Beloved’. Net als in veel andere religies is Sophia gesluierd gegaan –zij wordt niet meer herkend maar moet opnieuw gevonden worden en de zoeker heeft haar nodig om opnieuw met haar en het goddelijke verenigd te worden. Het is de zoektocht naar de Godin –de witte én de zwarte*- of ook wel de vrouwelijke kant van God. En elke vrouw op aarde vertegenwoordigt dit vrouwelijke aspect van God.

De oude Arabieren wisten dit: Allah was geen alleenheerser, maar had een moeder en was zelfs getrouwd. Zij heette Alilat (of Allat). Allah betekent ‘heerser of god’ en Al(i)lat ‘heerseres of godin’. Net als in de Egyptische, Soemerische en Babylonische godsdienstgeschiedenis nam de moedergod zowel de plaats van de moeder als die van de partner voor haar zoon in. Deze zoon of partner stierf –volgens de oude mysterieriten- ieder jaar opnieuw om na een paar dagen weer op te staan uit de dood. Alzo beeldden deze mysteriën steeds opnieuw de bloei en het afsterven van de natuur uit. De zoon-minnaar heette, al naargelang de regio, Attis, Adonis, Horus, Dumuzi of Tammuz. En –als we de parallel nog even doortrekken- ook Jezus. Zeer waarschijnlijk is Allah dus aanvankelijk ook gewoon een vruchtbare weer- en jaargod geweest. Later groeide zijn macht (of de macht die aan hem toegekend werd) en werd Allat alleen nog maar als de vrouw van Allah gezien, om later geheel en al te verdwijnen- dat wil zeggen: enkel voort te blijven leven in haar symbolen.

Allah had ook drie dochters: een dochter die eveneens Allat heette, en twee anderen met de naam Al-Oezza (de machtige) en Manat (noodlot). Al-Oezza was de jonge godin in haar lentegewaad (de natuur bloeit op), Allat de godin in haar zomergewaad en Manat regeerde over het noodlot en de ‘stilstand’ van de winter. In deze drie godinnen kun je natuurlijk ook de drie gezichten van de maan zien. Allat, Al-Oezza en Manat worden nog wel in de koran genoemd, waarbij zij aanvankelijk nog als bemiddelaressen (en ‘verheven zwanen’) worden gezien, maar niet veel later wordt hun betekenis ontkracht: hun namen zouden slechts bedacht zijn door de voorvaderen van het Arabische volk…

allat
Allat

Nu is het zo dat veel van de pre-islamitische godinnen in de vorm van een boom of grote steen vereerd werden”**, en ook de grote zwarte steen in de Kaäba –het belangrijkste heiligdom voor de meeste moslims- zou een voortzetting zijn van deze traditie. Net als het symbool van de wassende maan in de vlag van veel islamitische landen. Al(i)lat, die voor de komst van de islam nog als moedergodin geëerd werd, wordt later echter steeds meer tot een duivelin, een verzinsel, een afgod die verbannen wordt naar de ‘verboden’ duivelsverzen. En de drie dochters vergaat het al niet veel beter, hoewel tot in de 19e eeuw hun traditie voort blijft leven. Zo stuitte een Engelse reiziger in dit gebied op mensen, die nog altijd tot één van hen baden in geval van nood of ziekte.***

Het goddelijke vrouwelijke is overigens zeker niet weg in de koran en de islamitische traditie! Zo wordt er een heel hoofdstuk aan Maryam (Maria) gewijd waarin ze als belangrijke voormoeder geldt (de moeder van Isa –Jezus- ook voor moslims een belangrijke profeet!) en staan Khadigah (Chadidja) en Fatima- respectievelijk de echtgenote en de dochter van Mohammed- symbool voor vrouwelijke macht, kracht en wijsheid. Overigens was Fatima in het pre-Islamitische Arabië ook een maangodin en betekent haar naam ‘de schepster’. Zo zou zij de bron van de zon geweest zijn, en het is op zijn minst bijzonder dat Mohammed zijn dochter naar deze zeer oude godin vernoemd heeft.

Wat verder nog opvallend is: de eerste soera uit de koran, die ‘Al Fatiha’ heet, wordt vaak als de moedersoera uit de koran gezien. Elke gelovige moslim kent deze wel uit zijn hoofd omdat zij als de belangrijkste geldt. De titel van de soera is voor velen van hen ook wel ‘Ar rahman ar-rahim’ omdat dit in de eerste regel genoemd wordt, en deze woorden betekenen ‘de meest barmhartige’ en ‘de meest genadevolle’. Genade en erbarmen komen van de stamletters R-H-M, rahma of rahim الرحم, wat baarmoeder betekent! Is de baarmoeder behalve een vrouwelijk symbool niet ook het symbool van het alchemistische vat of kelk en van de Grote Moeder? Leeft niet hier de herinnering voort aan de godin die ook voor de Arabieren ooit belangrijk geweest is? Is het niet belangrijk dat wij allemaal –zowel moslims als niet-moslims- deze barmhartige baarmoeder weer in ere herstellen en het vrouwelijke haar rechtmatige plaats naast het mannelijke weer toekennen? Zeker als de baarmoeder symbool staat voor goddelijke liefde!

Op deze manier kunnen we weer aan elkaar doorgeven, wat de eerbied voor de Moedergodin ons ooit leerde: respect en eerbied voor al het leven op aarde, van de kleinste mier tot het ons geschonken eigen leven en lichaam. En dat geldt net zo goed voor IS-aanhangers, als voor elke andere bommenwerpende of oorlogszuchtige natie ter wereld. Wat de wereld nu nodig heeft, zijn geen mensen die verdeeldheid en afgescheidenheid nastreven, maar verbondenheid en liefde en eerbied voor het leven…

*In deze blog ga ik niet in op deze twee aspecten van het (goddelijke) vrouwelijke, daar wordt elders op Levonah’s Delights al voldoende aandacht aan besteed.

**Annine van der Meer in ‘Van Venus tot Madonna’, 2006, blz. 295-301.

***idem.

Bronnen:
Annine van der Meer (zie hierboven)

http://adishakti.org/_/goddess_remains_the_esoteric_heartbe…

http://www.sol.com.au/kor/22_02.htm

Voor een mooi overzicht van pre-islamitische godinnen, zie:http://www.lowchensaustralia.com/…/arabic-and-islamic-godde…