De ‘highest yoga tantra practice’ van Vajrayogini
O.a. over Dakini’s en de yoga’s van slapen, wakker worden en ons eten & drinken als nectar ervaren.
Wat is een dakini? Kort gezegd is een dakini (Sanskriet) een vrouwelijke boodschapper van wijsheid, een vrouwelijke belichaming van verlichting. Ze wordt dikwijls afgebeeld als een lucht- of hemeldanseres en dit is ook symbolisch voor haar natuur: ze is intuïtie, wijsheid; je kunt haar niet vastgrijpen, want als flits van inzicht zal zij altijd aan je greep ontsnappen. Haar spel is de draak te steken met intellectuele of intellectualistische denkkaders. Wil je haar bereiken (of eigenlijk is het andersom), dan is dat ook het eerste wat ze vraagt: dat je je intellectuele bagage overboord zet. En ook dat je met een blik van schoonheid, puurheid en gelukzaligheid naar de wereld kunt kijken. Want wie dat niet kan en in alles alleen maar ‘ordinaire’ of alledaagse dingen ziet, krijgt haar zeker niet te zien.
Dit is meteen een van de diepste wijsheden van het tantrisch boeddhisme: het drukt ons op het hart om het goddelijke in het meest eenvoudige of gewone te zien. De meest gewone man of vrouw in onze omgeving kan een Buddha zijn, of een dakini. Het is aan ons om dit te herkennen, en niet aan die ander om te bewijzen dat hij of zij er een is. Het is zelfs zo, dat die ander het niet eens hoeft te weten van zichzelf, omdat het erom gaat dat de lichtvonk in onszelf de goddelijke lichtvonk in de ander herkent en hiermee de goddelijke paringsdans aangaat. De tantrische overleveringen bevatten vele verhalen over spontane ontmoetingen van waarheidszoekers met misvormde, bedelende, slonzige of simpele mensen; in plaats van dezen af te wijzen of de rug toe te keren, aanvaardden en zagen de spirituele zoekers het goddelijke licht in deze mensen en raakten daarop dikwijls terstond verlicht. In dezelfde trant zijn er vele verhalen over op het eerste gezicht zeer gewone huisvrouwen, die jarenlang de kwellingen van een mishandelende echtgenoot schijnbaar lijdzaam ondergingen; totdat ze ineens spontaan uit hun lijden verlicht werden en onsterfelijkheid bereikten. De tantrisch-boeddhistische overleveringen zijn uitzonderlijk fel over mannen die het boeddhalicht in deze vrouwen niet herkend hebben en in plaats daarvan het heilige vrouwelijke in hun partner jarenlang vernederd of onteerd hebben.
Het heilige vrouwelijke, of het goddelijk vrouwelijke: we raken hier aan een essentieel punt binnen het tantrische boeddhisme. Eigenlijk is een dakini niet puur vrouwelijk, of gescheiden van haar mannelijke partner. Het mannelijke en het vrouwelijke gaan samen en liggen in elkaar besloten. Net zoals we eigenlijk over Vader/Moeder God (of Geest, of Schepper, of welke naam we er ook aan willen geven) zouden moeten spreken. De twee zijn één en brengen samen het goddelijke Kind voort (dit is een heilige waarheid in vele spirituele tradities, waaronder het christendom). Je zou kunnen zeggen dat het vrouwelijke aspect van God of Schepper wijsheid en liefde uitdrukt. Deze wijsheid en liefde liggen vanaf het vroegste begin IN de Schepper of God besloten. Het ene werd twee en vanaf dat moment was er dualiteit: het mannelijke en vrouwelijke werden ‘vrijgemaakt’ uit dit ene. Om die reden kun je zeggen dat de allerhoogste Schepper of God vrouwelijk noch mannelijk is; zij is beiden en geen van beiden.
Omdat het vrouwelijke en het mannelijke in elkaar besloten liggen, wordt in bepaalde tantrische meditaties het vrouwelijke aspect als rode mantra binnen het mannelijke (vaak een witte maan) gevisualiseerd (andersom kan ook). We zien het ook in onze eigen psyche terug: als vrouw hebben we altijd een mannelijk deel, en als man een vrouwelijk deel in ons. De geschiedenis van onze wereld is er echter een geweest van langdurige ontkenning en onderdrukking van het vrouwelijke. Zelfs de meeste geloofssystemen –waaronder het boeddhisme zelf- zijn daar niet gevrijwaard van gebleven. Het mannelijke is door de millennia heen zichzelf gaan ontwikkelen, ontplooien. Daarvoor richtte het zich met name op de bovenste chakra’s en de ontwikkeling van het verstand. Het richtte zich kortgezegd omhoog, naar de hemel (dit is in essentie ook de symboliek van de fallus). Het vrouwelijke daarentegen gaat diep de buik van de aarde in, diep naar binnen en het is binnenin de warmte van haar schoot dat nieuw leven tot ontwikkeling komt.
Binnen het tantrisch boeddhisme is veel aandacht voor beide aspecten van het goddelijke –zowel het vrouwelijke als het mannelijke. Binnen deze traditie –vooral die van de hoogste yoga tantra van Vajrayogini- zijn het juist ook de ontvankelijke vrouwelijke natuur (in vrouwen, maar ook in mannen) en de vereniging van gelukzaligheid (met behulp van de zintuigen) met leegheid (geest) die belangrijk zijn voor groei op dit pad. Waar andere vormen van boeddhisme vrouwen dikwijls ongeschikt of minder geschikt achtten voor het pad naar verlichting, stelt het tantrische boeddhisme deze vrouwelijke predispositie juist voorop. Overigens niet zonder het mannelijke te veronachtzamen: de twee moeten weer één worden, het mannelijke en het vrouwelijke moeten zich verenigen, opdat Waarheid of Verlichting gerealiseerd kan worden.
Ook als je niet meteen naar Waarheid of Verlichting streeft, kunnen de elf yoga’s van Vajrayogini je een flink eind op weg helpen om meer geluk in je leven te creëren. Ze zijn o.a. bedoeld om onze ‘body, speech and mind’ te zuiveren. Ik licht hier de eerste drie yoga’s beknopt en vereenvoudigd toe.
- De yoga van het slapengaan: beschouw je omgeving als een Puur Dakini Land (gevuld met ‘bliss’, goddelijkheid en puurheid) en stel je slaapkamer voor als Vajrayogini’s ‘phenomena source mandala’ (zie afbeelding). Deze is van rood licht gemaakt in de vorm van een tetrahedron (zespuntige ster) die we zo groot mogelijk voorstellen. Middenin stellen we een troon van kostbare juwelen voor, ondersteund door acht sneeuwleeuwen. Het oppervlakte van de troon is bedekt met een achtbladige lotus, en hierboven op bevindt zich een maan- of een zonkussen. Wanneer je gaat slapen, stel je je voor dat je Vajrayogini bent, met alle goddelijke trots die je bezit. Je dit voor te stellen is het allerbelangrijkste van de visualisatie. Bij het in slaap vallen is het belangrijk dat we alleen puurheid ervaren, geen alledaagsheid of ordinaire beslommeringen. Op die manier stimuleren we ons droomlichaam om tijdens onze slaap ook in een pure omgeving te vertoeven. Voor wie dit ook fijn vindt: als extra ‘steun’ voor je visualisatie kun je voor het slapen gaan mediteren op het BAM-teken (Sanskriet). Dit teken bevindt zich bij en in ons hart- en staat symbool voor Vajrayogini zelf (zie afbeelding)
-
De yoga van het wakker worden: bij het wakker worden dienen we ons er meteen aan te herinneren dat we Vajrayogini zijn en dat onze kamer haar ‘phenomena source mandala’ is. Ook nu proberen we de wereld weer door pure ogen te zien, en de wereld als goddelijk en allesbehalve ‘ordinary’ te ervaren. Onze omgeving is een Puur Dakini Land, wij zijn Vajrayogini en alle andere levende wezens zijn helden en heldinnen, van wie we zegeningen kunnen ontvangen (weet je nog: wij herkennen de goddelijke vonk in de ander, de ander hoeft niets te bewijzen of te bevestigen bij ons). Dit geldt dus ook voor de chagrijnige buschauffeur, of je lastige collega of partner met ochtendhumeur. We stellen ons ook voor dat we in de ruimte omringd zijn door onzichtbare daka’s (mannelijk) en dakini’s, die Vajrayogini’s mantra reciteren. Als we ons aankleden, stellen we voor dat we mooie, rituele kleding aantrekken en dat we onze kleding en sieraden aan onszelf als een godheid schenken. Hierbij visualiseren we het BAM-teken in ons hart en houden we de hele dag dit gevoel van goddelijke trots vast. Natuurlijk zal dit niet meteen goed gaan, maar als we de intentie ertoe ontwikkelen en ons vaak ‘herpakken’ (terugbrengen naar dit gevoel), zal het steeds beter gaan. Dan zul je merken dat wanneer je medemensen mopperen over het slechte weer, jij beseft dat je integendeel juist genoten hebt van de paar priemende zonnestralen die door de waterige hemel heen wisten te breken- en dat de negatieve indrukken van de anderen volledig aan jou voorbij zijn gegaan.
- De yoga van het ervaren van nectar: alle yoga’s die hier genoemd worden, hebben ten doel om ons alledaags leven en onze dagelijkse handelingen te transformeren in een spiritueel pad. Zo ook deze derde yoga: hierbij ervaren we ons dagelijkse eten en drinken als nectar, en reciteren we hierbij de mantra OM AH HUM. We zegenen ons eten en drinken en stellen ons voor dat het (goddelijke) nectar is met drie bijzondere eigenschappen: ten eerste is het een heilzaam nectar die ziekte tegengaat; ten tweede is het een levensnectar die de dood overwint; en tenslotte is het een nectar van wijsheid die onze wanen zuivert. We eten en drinken alsof we het aan onszelf als zijnde de godheid Vajrayogini schenken. Bij het proeven ervan stellen we ons voor dat we spontaan geluk ervaren en mediteren we- als dat lukt- op leegheid, omdat binnen het tantrische boeddhisme geluk en leegheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
DE ‘HIGHEST YOGA TANTRA PRACTICE’ VAN VAJRAYOGINI (DEEL 3)
Dit is een aanvulling op het voorafgaande.
De kern van het pad van de hoogste tantra yoga is het creëren van spontane gelukzaligheid en vanuit deze ‘mind’ te mediteren op leegheid, en de onlosmakelijke eenheid van deze twee: geluk en leegte. Daarbij zijn de zintuigen en ons lichaam van groot belang, omdat het mede met behulp van ons lichaam is dat we uiteindelijk onze goddelijke oorsprong en het kosmisch eenheidsbewustzijn ervaren. Vooral voor vrouwen is dit pad zeer geschikt, omdat zij van nature intuïtief en ‘ontvankelijk’ zijn en zij van oudsher in de mystieke tradities worden beschouwd als de hoeders van (seksuele) wijsheid, die via het lichaam en de seksuele ervaring worden verkregen. Deze mystieke tradities stonden reeds vroeg met elkaar in verbinding, en het is zeer waarschijnlijk dat dezelfde technieken voor seksuele alchemie zowel in Egypte, Mesopotamië, India, Tibet en China bekend waren. Zo heeft Muata Ashby de overeenkomsten tussen de oude Egyptische en Indiase tantrayoga bestudeerd (zie ook mijn blog van 9 december 2014) en wordt aangenomen dat de technieken van bijvoorbeeld het ophouden van de mannelijke ejaculatie en het minimaal bewegen tijdens de coïtus (ook wel met de modernere term karezza aangeduid) vanuit Perzië en de Arabische karavanenroute verder naar het oosten werden doorgegeven. Opgehouden ejaculatie was binnen de haremgemeenschappen voor de man een ideale methode om zich gedurende één nacht bij zoveel mogelijk vrouwen met vrouwelijke energie op te laden en deze aan het eind bij zijn favoriete vrouw of concubine te ‘ontladen’. Daarbij kwam ook nog dat op deze manier het zaad niet verspild werd, maar juist in kracht opgebouwd werd (veel klieren en organen voegen immers hun beste mineralen, vitaminen, sporenelementen en aminozuren samen in het sperma teneinde nieuw leven op de wereld te zetten. Op deze manier werd de seksuele kracht van het sperma verhoogd en hoog opgeladen).
Steeds meer vrouwen worden zich in deze tijd bewust van de power van hun seksuele energie en de wijsheid van hun lichaam om emotionele en psychische blokkades op te heffen en sterker in het leven te komen staan. Er is een hausse aan praktijken en coaches die zich met tantra en taoïstische (seksuele) oefeningen bezig houden; de praktijk van de hoogste yoga tantra van Vajrayogini reikt echter verder en stelt dat seksuele alchemie niet zonder spirituele groei en heelwording bereikt wordt en legt daarom een grote nadruk op innerlijke mindsets, meditaties en ‘offerings’ aan de goddelijkheid binnen en buiten ons zelf. Daarbij zijn de belangrijkste middelen:
- onze dagelijkse bezigheden (als slapen, eten, werken enz.) als goddelijk of verheven te ervaren;
- onszelf als Vajrayogini te beschouwen (de vrouwelijke boeddha van wijsheid);
- een onwankelbaar geloof en vertrouwen in onze weg en meditaties te houden (dat wil zeggen, als we een van de tantrische god(inn)en vragen ons te ondersteunen op ons pad, ervan overtuigd zijn dat dit ook gebeurt);
- onze praktijk geheim of stil te houden (vooral wanneer we nog niet zoveel ervaring hebben, zijn we kwetsbaar en staan we open voor negativiteit van anderen en negatieve energieën die ons willen weerhouden van onze spirituele groei; dit kan ons proces verstoren. Dit is ook een van de symbolische betekenissen van het welbekende ‘Noli me tangere’ dat Jezus uitgesproken zou hebben vlak na zijn verrijzenis – raak me niet aan. Net zoals je iemand, die net een transcendente ervaring heeft gehad tijdens (tantrisch) vrijen beter niet aanraakt –de deuren zijn nog niet gesloten, de energie van zo’n persoon is zeer kwetsbaar).
Een ander belangrijk middel binnen Vajrayogini´s hoogste yoga tantra is, dat we
- al onze spirituele praktijken zoveel mogelijk bundelen en richten op één godheid. Het is beter om de praktijk van één god of bron te volgen dan om onze aandacht te verdelen of te versnipperen over meerdere godheden. Wel is het mogelijk om meerdere godheden of krachtbronnen te verzamelen in één praktijk of spirituele oefening (sadhana). Zo kun je de mandala van je favoriete god(in) visualiseren en daarbinnen andere godheden uitnodigen om samen te smelten tot jouw persoonlijke god(in). Eigenschappen van deze goden die op het eerste gezicht verschillend lijken komen daarbij samen in één godheid. Wanneer je je realiseert dat alle goden in oorsprong dezelfde natuur hebben, alleen verschillen in hun voorkomen en handelen, is dat geen enkel probleem.
Tot slot: vertrouwen houden in je eigen pad betekent ook, dat je er vertrouwen in houdt dat de leiding die je kiest, er ook echt voor je is –ook al zie je deze niet. En ook al zien andere mensen (nog) niets aan jou. Zelfs al zou je verlicht zijn, of zogezegd het boeddhaschap bereikt hebben, dan verschijn je nog steeds aan anderen als een gewoon mens. Gewone mensen, die er niet op uit zijn zich door middel van introspectie, meditatie en oefening te verfijnen, zullen het niet herkennen wanneer hun medemens inmiddels in ‘het Pure Land’ vertoeft (en bijvoorbeeld het pure kind in zichzelf omarmd heeft of zelf weer dit pure kind geworden is, kijkend naar de wereld met de ogen van liefde, schoonheid, verwondering en vertedering). Ze kunnen dit niet, aangezien ze zelf niet in dit pure land vertoeven en dus ook deze ervaring niet met je kunnen delen. Naarmate je vordert op je pad, is dit geen enkel probleem en kun je het makkelijker accepteren–maar in het begin kan het ontmoedigend zijn (vooral als uiterlijke gebeurtenissen en personen door jezelf ervaren worden als tegenstrevers, terwijl ze in feite gebeurtenissen en personen zijn die je helpen je eigen illusies en pijnpunten op te lossen of te helen).
Het is altijd onze eigen ervaring die telt, en die ons de weg wijst. Daarbij moeten we ons niet laten misleiden door rituelen en spirituele of religieuze voorschriften. Deze zijn er om onze aandacht te helpen richten maar vervangen nooit de praktijk zelf –ons innerlijk proces, het innerlijke proces naar onze eigen Verlosser/verlossing). Een eenvoudige ziel, of een lamme en een blinde (spreekwoordelijk gesproken) kunnen wellicht makkelijker verlichting bereiken–het HET ervaren- dan menig serieuze spirituele of religieuze beoefenaar. In wat in onze ogen alledaags of zelfs onontwikkeld lijkt, kunnen zij ineens de grote geest achter alles ontwaren. Met diezelfde kijk kunnen zij een god of goddelijke emanatie in een gewone man of vrouw zien. Dit geldt ook zeker voor vrouwen (en mannen) die op hun intuïtie vertrouwen. In die zin kan alles en iedereen om ons heen goddelijk worden. Het gaat er immers niet om of zij dit werkelijk zijn of niet, maar om wat er in onze binnenwereld gebeurt: de revelaties die hierbinnen plaatsvinden. De ontvouwing van onze intiemste lotus, ons persoonlijke pad. Daarom is de wereld ons laboratorium, en zijn al onze relaties met anderen mogelijke samenwerkingsverbanden waar tegenstrevers ons uiteindelijk sterker kunnen maken.