Eva, Maria en Maria Magdalena

eva bijbel
Eva

Eva, Maria en Maria Magdalena zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Samen vormen zij een mystieke triniteit. Voor vrouwen en mannen met een christelijke achtergrond die de band met het Heilige Vrouwelijke in hun leven willen herstellen, is deze triniteit een belangrijke sleutel. Het betekent namelijk dat het voor hen helemaal niet nodig is te breken met de christelijke traditie. Het betekent eerder deze aanvullen en in balans brengen met dat wat tot voor kort onder het dekmantel van een patriarchale zucht naar macht verborgen is geraakt: het Heilige Vrouwelijke bestaat niet alleen in de vorm van de maagdelijke ten hemel opgenomen Maria, maar ook in de vorm van de inwijdende Eva en de ingewijde Maria Magdalena. Samen vertegenwoordigen zij de Wijsheid die binnen de gnostiek bekend staat als Sophia.

Sophia reikt aan ons allen haar boodschap uit: “mijn wijsheid kan alleen door volledig ervaren verkregen worden.” Dat is ook meteen de reden dat zij zo ongrijpbaar is voor velen: net als de Dakini’s uit de oosterse traditie laat zij zich niet vangen, en zeker niet in statische ‘papieren wijsheid’ of dogmatische geschriften. Zij lacht om het gemuggenzift over haar wezen door de eeuwen heen, zowel door filosofen als kerkvaders. Zij glimlacht omdat zij weliswaar op hun manier een poging hebben gedaan om haar te doorgronden, maar tegelijkertijd het meest belangrijke over het hoofd gezien hebben: namelijk dat zij zelf als goddelijk wezen heeft moeten afdalen naar de diepten om haar eigen wezen –haar liefde en haar licht- te leren kennen.

Zoveel vertelt ons haar mythe, die een metafoor is van volledige menswording: de afdaling –de val- in de (duistere) materie voordat de weg terug naar het licht volbracht kan worden. Sophia is het verhaal van de godin* die mens wilde worden om het leven en de dood in hun volledigheid te ervaren; tegelijkertijd is zij het verhaal van de mens die weer goddelijk wil worden en deze ervaringen mee terugbrengt naar het ‘hemelse’ paradijs en daar haar rechtmatige plaats weer inneemt. In andere woorden gezegd, toont haar verhaal het pad van eenheid via dualisme (involutie) terug naar eenheid op een hoger plan (evolutie): wanneer hemel en aarde volledig samen zijn gegaan.

maria maansikkel
Maria op de maansikkel

De gevallen Sophia is belangrijk in de gnostiek en zij vindt haar evenbeeld in het verhaal van Eva, hetgeen in het Hebreeuws ( חוה) zoveel als de ‘levengevende’ betekent. Zij staat archetypisch voor de moeder van alle mensen, en voor de eerste stappen (initiatie) van het onsterfelijke goddelijke** in de wereldse ervaring die mensheid en aards leven omvat. Zonder Eva geen bewustwording, geen groei en geen kennis van de wereld der dualiteiten. Niet de val uit het paradijs is daarmee de belangrijkste boodschap, maar de kans om wijsheid en liefde te verkrijgen door volledige onderdompeling in de ervaring van het menszijn. Er bestaan vele versies van het verhaal van Adam en Eva, en los van het perspectief dat zij op het thema bieden, lijkt het daarin meer te draaien om deze kans voor de mensen dan om het getwist wie nu de schuldige was van de ‘val’ of zelfs ‘verstoting’ uit het paradijs.

Volledig mens worden betekent ook een palet aan ervaringen opdoen, die door zo velen van ons gezien wordt als de andere kant, of zelfs het tegendeel van goddelijk en hemels: het betekent o.a. experimenteren met duister (afwezigheid van licht), angst (afwezigheid van liefde), dood, seksualiteit, ouderdom, pijn en sterfelijkheid. Het betekent zowel onze grootsheid en goddelijkheid, als onze nietigheid en destructiviteit onder ogen zien. En de wijsheid om dit laatste om te zetten in licht, zoals diamant diep in het binnenste van de aarde ontstaat uit stevig verhitte en samengeperste koolstof. Diamant is uitgekristalliseerde koolstof, en ook wij mensen gebruiken de metafoor van uitgekristalliseerd zijn, als wij door de hitte en de druk van ons bestaan gevormd worden. Dat is ook de symboliek van de zwarte godin, zonder wie het innerlijke alchemistische proces niet voltooid kan worden.

maria magdalena kruikje
Maria Magdalena

Iemand die volgens de gnostische stromingen dit alchemistische proces voltooid had, was Maria Magdalena. Uit de teksten die bij Nag Hammadi gevonden zijn komt naar voren dat zij Jezus’ meest ingewijde discipel was, de apostel der apostelen. Net als de wereldse Sophia was zij in de aardse mysteriën (waar de onderwereld onder valt) afgedaald en had zij hierdoor wijsheid verkregen over schepping, leven, seksualiteit en dood. We zien haar meestal afgebeeld met een kelk (of kruikje), hetgeen niet alleen het alchemistisch vat symboliseert, maar ook de wijsheid die zij daaruit kan schenken aan hen die haar willen volgen. Maria Magdalena wordt ook dikwijls afgebeeld tegen een ‘duistere’ achtergrond –bijvoorbeeld een donker woud, donkere lucht, donkere ruimte met een kaars of een schedel. Dit geeft aan dat zij de ‘donkere godin’ geïntegreerd heeft in haar wezen en dat zij daarmee de goddelijke mysteriën voltooid heeft. Zij heeft volledig meesterschap gekregen over de geheimen van het leven en kennis van het Al. Precies zoals de mythen van Persephone, Isis, Isjtar en Inanna die afdaalden in de onderwereld ons ook al vertelden.

Maria, de moeder van Jezus, is natuurlijk hét vrouwelijke icoon dat het christelijke geloof als meest positieve vrouwbeeld behouden heeft. Zij is feitelijk de concessie die de kerkvaders gedaan hebben om de receptie van de nieuwe leer makkelijker ingang te doen vinden bij andere volken. Deze volken en plaatselijke culturen kenden vaak nog een belangrijke rol toe aan een grote (moederlijke) godin. Een groot aantal kerken is gebouwd op eerdere tempels van Isis, Demeter, Artemis, Diana, Cybele of andere godinnen. Ook leeft het beeld van deze eerdere godin dikwijls nog lang voort onder deze volken, hoewel ze Maria is gaan heten. Een voorbeeld hiervan vormen de Hongaarse ‘boldogasszony’ en de Russische moedergodin.

maria donder en licht
Maria die aan de hemel verschijnt

Maria’s symboliek is mooi, maar door de tijd heen steeds onvollediger geworden, omdat juist haar aardse aspecten weggemoffeld werden. Haar maagdelijkheid, moederschap en bemiddeling tussen hemel en aarde zijn op de voorgrond komen te staan, terwijl de onbezonnen, wilde, rauwe en seksuele kant van haar voorgangsters geen plaats meer mochten hebben en verbannen werden. Een gegeven dat in onze tijd aan de oppervlakte is gekomen, en onder invloed van het nieuwe ‘vrouwelijke ontwaken’ ook steeds meer teruggeclaimd wordt. Dit in de vorm van een rehabilitatie van Eva, Maria Magdalena of ook Lilith (die overigens meer banden met de joodse en islamitische traditie onderhoudt dan met de christelijke). Maria als enige voorbeeld voor de vrouw wordt aangevuld met deze andere vrouwen, of met de attributen die reeds aanwezig waren bij haar heidense voorgangsters. Waar de een ervoor kiest om de banden met de oude (heidense) tradities aan te knopen –om zich zo opnieuw met het Heilige Vrouwelijke te verbinden- kiest de ander ervoor om het christelijke beeld van Maria en het vrouwelijke completer te maken.

Beide pogingen hebben één ding gemeen: ze helpen de aardse wijsheid te integreren met de hemelse wijsheid. Ze wekken ook de zwarte aardegodin weer tot leven of brengen haar terug in herinnering. Daarmee helpen ze de eenheid en liefde in de wereld te herstellen, een wereld die steeds meer draait om fragmentatie, angst, afgesplitst en afgezonderd zijn. Luister er de oorlogsretoriek van veel huidige regeringsleiders maar op na. De gnostische Sophia voegt de verschillende delen van het vrouw-zijn samen: de levenschenkende Eva, de volledig ingewijde Maria Magdalena en de moeder die het goddelijke kind baart: Maria. En bovenal staat deze Sophia voor Wijsheid, de Wijsheid om Liefde het grondbeginsel van ons handelen in de wereld te maken.

NOTEN
*of preciezer: een deelaspect van Sophia. Er wordt binnen de gnostisch-christelijke traditie onderscheid gemaakt tussen de wereldse en de hemelse Sophia, beiden tezamen vormen zij Wijsheid- Sophia in haar rijpe aspect.

**het mooie is, dat velen van ons wel als klein kind gedacht hebben dat we onsterfelijk en onkwetsbaar waren. Is dit een archetypische herinnering aan een wereld waarin we inderdaad allemaal goddelijk en onsterfelijk waren?